Angola

25 oktober 2013 - Luanda, Angola

8 oktober 2013 t/m 1 november 2013

We stappen een andere wereld in, zo lijkt het. Een modern aangelegt terrein met mooie gebouwen en asfalt is het welkom in Angola. Vlot zijn de grens formaliteiten achter de rug en een motoragent begeleid ons tot het volgende dorp! Auto’s en brommers worden naar de zijkant gedirigeerd want wij moeten erlangs. Alsof we VIPS zijn. Dat is nog eens zorgzaamheid….De weg naar Tomboco is slecht en die dag komen we ook maar tot halverwege. Vlak voor het dorp Benfica stoppen we voor de nacht. We staan in het zicht maar niemand valt je lastig. (Achteraf gezien blijkt dit in heel Angola het geval). De volgende dag blijkt de weg nog wat slechter te zijn. Haalde we gisteren nog 20 kilometer per uur, tot aan Tomboco halen we de 15 km/u niet. Sommige stukken zijn zo ver weggespoeld dat we er maar met moeite langskomen. Het stuk was deels zo smal dat zowel de linkers- als de rechterspiegel gesneuveld zijn. Een stuk voor Tomboco draaien we de asfaltweg op. Wat een genot na twee dagen schudden en stuiteren! Na Tomboco rijden we richting de kust en ongeveer 20 kilometer voor N’Zeto is er een polite controlepost. Hier noteert  men wat gegevens uit onze paspoorten en we mogen weer door. In N’Zeto willen we bij een missiepost overnachten maar al snel blijkt dat laaghangende takken ons belemmeren om verder te kunnen gaan. Dan maar op zoek naar een bank. Helaas was dit ook geen succes omdat deze nog in aanbouw was. We rijden dan maar langs de kust verder zuidelijk. Helaas is het hier weer gedaan met het asfalt. Een paar kilometer ten zuiden van N’Zeto parkeren we Waggel aan het strand op een verhoogd gedeelte. Het waait hier lekker en ’s nachts koelt het door de zeewind lekker af. We blijven een extra dag op deze plek. Het is een rustig strandje. Af en toe komen er mensen die een strandwandeling maken en er staat een visser met enkele hengels. We bakken brood en rommelen wat aan de auto. De volgende etappe gaat langs de kust over wisselend nieuw asfalt en piste. De Chinezen zijn ook hier durk met de aanleg van nieuwe wegen. Waar bruggen moeten komen staan nog slechts wat brugdragers. Op een plek moeten we over een oude brug. Een bord met maximaal 3,5 ton maakt ons aan het twijfelen, maar als we zien dat geladen zandwagens zonder problemen aan de overkant komen gaan wij er ook maar voor. De brug met losliggende rijplaten rammelt verschrikkelijk als we eroverheen rijden. Bij de plaats Zotto overnachten we op een open plek tussen de baobab bomen en een soort cactusbomen. Vlak voor Luanda zoeken we een tankstation waar we Waggel helemaal volgooien zowel diesel als water. Biijna een ton zwaarder gaan we weer op pad. Tanken is aangenaam in Angola. 1 liter diesel kost ongeveer 30 eurocent. Hier kunnen ze in Europa nog een voorbeeld aan nemen! Voor Luanda gaan we landinwaarts richting het oosten. Via Caxito, Piri en Quitexe rijden we door de beboste heuvels. Langs dit stuk weg is enorm veel bushmeat te koop. Hangend aan hun achterpoten zien we diverse bokjes, apen en grote knaagdieren. Ook zien we nog een enorme slang en de huid van een krokodil die te koop is. Grote delen van de steile heuvels zijn kaal gebrand. Op deze stukken worden later kleinschalige plantages aangelegd. Men verbouwt hier nogal eenzijdig; bananen of papaya’s. in de buurt van Quitexe nemen we een piste die onder de plaats Uige doorloopt. Een mooie route door de bossen en bergen tussen de 600 en 1300 meter hoogte. De piste is erg goed maar alleen moet het dan even niet regenen….  Als we net de bergpas van 1300 meter opklimmen barst er een flinke bui los. Door de ondergrond van klei worden onze banden dan een soort slicks; glibberen dus. We parkeren de auto in een bocht en wachten af. Omdat de weg vrijwel droog moet zijn om verder te kunnen rijden, gebruiken we tijd om brood te bakken. Rond 13.00 uur is de weg weer enigszins begaanbaar. Na de pas verwachten we een afdaling, maar deze komt niet. We blijven op een plateau rijden, zo rond de 1300 meter. 20 kilometer na de klim draaien we het asfalt weer op en gaan weer zuidelijk. We bezoeken de watervallen van Calendula. Een mooie borgvormige waterval. Lokalen komen hier hun jerrycans met water vullen en aan het rondslingerende afval te zien worden hier ook regelmatig feestjes gehouden. Overal liggen lege bier- en frisdrankblikjes. Jammer van zo’n mooie plek!

08. calandula waterval

Na de nacht bij de watervallen doorgebracht te hebben, rijden we verder naar de Pedras Negras. In een vlak landschap steken ineens rotsformaties uit de grond. Ze worden de “zwarte stenen” genoemd. In dit gebied zijn twee plekken waar gekampeerd kan worden en we hebben op beide een nacht gestaan. We hebben een mooie wandeling gemaakt en genoten van het fantastische uitzicht. We hebben een nieuw carnet (grensdocument voor Waggel) door de ADAC naar Luanda laten sturen en dit is dus onze volgende doel. Luanda is momenteel is duurste stad ter wereld maar dat is er niet aan af te zien. De wegen buiten het centrum zijn een puinhoop met enorme gaten waar zelfs vrachtwagens moeite mee hebben. We zigzaggen de stad door met uitzicht op de vele krottenwijken. Eenmaal bij de baai aangekomen, waar het centrum omheen gebouws is, kom je in een modern en mooi deel van de stad. Brede, nieuwe 6-baanswegen met stoplichten die werken en een brede voetgangersboulevard met grasvelden die op een golfbaan niet zouden misstaan. Het verschil tussen arm en rijk is hier enorm! We zijn pas begin van de middag de stad ingereden om de ergste drukte te vermijden maar nog steeds was het gigantisch druk en koste het ons ruim 2 uur om de jachthaven te bereiken. Op een schiereiland zijn twee jachthavens aangelegd en bij één ervan kunnen we gratis op het parkeerterrein staan zo lang we willen. Gratis is in deze dure stad wel erg prettig! Er is een bar/restaurant op het terrein maar onbetaalbaar voor ons (een blikje cola  $6). Ook liggen er hier jachten in de haven van enkele miljoenen dollars. Hier ontmoeten we sinds lange tijd een andere overlander.Karl-Heinz is onderweg naar het noorden met zijn hond en zijn Magirus. Hij wacht hier op een nieuw paspoort en omdat het paspoort nogal lange tijd op zich laat wachten, ook op verlenging van zijn visa. We krijgen van hem vele tips over zuidelijk- en oostelijk Afrika. We lopen naar het kantoor van DHL en gelukkig ligt het carnet netjes op ons te wachten. Al met al blijven we 4 dagen in Luanda. We vullen de dagen met wat onderhoud aan de auto, het doen van de was en het op diverse plekken gebruik maken van het internet. Vanuit Luanda rijden we weer een stuk langs de kust richting het zuiden. Bij Porto Amboim overnachten we aan het strand met uitzicht over een baai met scheepswrakken en ruige kliffen. De weg van Luanda tot Sumbe is vooral dor en droog. Er staan wat baobabs, wat cactusbomen, wat door dras en veel dorre acaciabomen. Na Sumbe wordt het wat heuvelachtiger. De weg is goed te berijden. We komen die dag tot voorbij Lobito en Benguela en stoppen in de buurt van het plaatsje Chipupe. De volgende dag gaan we via Dombe Grande verder naar het zuiden. Het eerste stuk van vandaag gaat over nieuw asfalt maar na 75 kilometer stopt dit plotseling en ligt er een bar slechte piste voor ons. Smal met veel kuilen en korte bochten slingert het pad door het droge, bergachtige gebied. We komen geen mens tegen. Onderweg zien we veel onafgemaakte bruggen. Het lijkt wel of het projekt plotseling is stopgezet. Na 105 kilometer rammelen zien we ineens een gloednieuw tankstation voor ons.We vullen één van de tanks en rusten even wat uit. Direkt na het tankstation ligt weer een gloednieuwe teerweg. Lekker luxe dus! Vlak voor Ponta da Salinas gaan we van de weg af en rijden een paar kilometer tot aan de kust Hier overnachten we terwijl de zeewind de boel lekker afkoelt. Tussen Ponta da Salinas en Namibe komen geen dorp of stad meer tegen. Wel zien we her en der wat nomandenkampen met wat koeien, ezels en geiten. In Namibe kopen we brood en parkeren we even aan de baai met een mooie boulevard. De plaats ziet eruit alsof alles zojuist is opgeknapt. Netjes en schoon. Je merkt dat er hier hard gewerkt wordt op de sporen van de vele jaren oorlog, uit te wissen. We rijden door naar het gebied ten zuiden van Namibe. Hier ligt een Nationaal Park in een steenwoestijn. Het eerste stuk gaat over een lange rechte asfaltweg en er is niet veel te zien. Na 75 kilometer gaan we van de weg af en volgen een pad naar een canyon. De canyon is niet diep en we kronkelen met Waggel tussen de door erosie gevormde rotsformaties door. Echt schitterend! Aan het einde van de canyon wordt het breder en is er een dorp. We gaan vanaf hier weer terug naar de hoofdweg. We volgen de hoofdweg dan nog 2 kilometer en nemen dan de piste naar Pediva. Voor dit dorp overnachten we op een verhoging met een schitterend uitzicht over een door erosie gevormde rotsomgeving. We zien tafelbergen, bergen met natuurlijke grotten en grote zandvlaktes. In dit gedeelte komen ook bijzondere en zeldzame planten voor; de zogenaamd welwitschia’s. Een onooglijke plant die volgens zeggen slechts millimeters per jaar groeit. We zien er veel van langs het pad dat we rijden. Eén ervan was ruim een meter hoog. Deze moet dan waarschijnlijk meer dan een miljoen jaar oud zijn! Voor het eerst sinds lange tijd zien we ook weer levend wild. We zien springbokjes, dikdiks en een paar konijntjes. Bij Pediva nemen we nog een kijkje bij een warme bron. Hier stond ook nog een nomadendorp. Vrouwen doen de was in de bron en kinderen spelen in het water. Via Capolopo gaan we richting Vimei. De weg is afwisselend; goede stukken zandpiste dan weer gravel en dan weer stukken door de droge rivierbeddingen. Deze rivierbeddingen zijn niet altijd even goed voor Waggel. Scherpe stenen en steile klimmetjes maken het niet makkelijk. Vanuit Vimei gaat het pad richting Caracula, een stad aan de hoofdweg tussen Namibe en Lubango. Het pad was eigenlijk te smal voor onze DAF. We zijn er door heen gekomen maar achteraf was het verstandiger geweest om om te draaien. Vrijwel alle bruggen waren weggespoeld en we moesten dan door de rivierbeddingen om verder te kunnen. Nu kan Waggel nogal wat aan maar zijn formaat maakt het manouvreren tussen de bomen met lage takken en steile hellingen, een hele uitdaging. Hoe verder we kwamen des te slechter werd het. Het wordt ons duidelijk dat hier geen vrachtauto’s komen. Slechts de laatste 15 kilometer was een goede piste. Hier zaten ook wat steengroeves. Het stuk van 95 kilometer was erg mooi maar achteraf zeker niet geschikt voor onze auto. Voor Lubango ligt de Leba pas. Een kronkelige weg met aan het einde nog 6 haarspeldbochten die je 1200 meter hoger brengen. Iets verderop is een uitzichtspunt vanwaar je dit kunststukje kunt bewonderen.

33. leba pas34. leba pas

In Lubango vinden we een gratis plekje op de parkeerplaats van het 4 sterren hotel Serra da Chela. We konden hier zelfs van het internet gebruik maken. Jammer is alleen dat het vriendelijke personeel weinig tot geen Engels spreekt. Portugees blijft nu eenmaal toch lastig voor ons. Iets ten noorden van Lubango ligt de Tundavala canyon. Het is maar 20 kilometer verder en er ligt een gloednieuwe weg naar toe. Bij de kloop zijn netjes aangelegde parkeerplaatsen en paden naar de diverse uitzichtspunten. De loodrechte afgrond van zo’n 1.000 meter, het uitzicht op de stad eronder en bergen waar je op uitkijkt, zijn adembenemend. Veel mensen uit de buurt komen hier ook regelmatig een kijkje nemen. Van Jan en Mariska (www.travel2survive.com) hadden we een waypoint van een mooi verstopplekje gekregen. Het was een paar honderd meter verder en je staat er helemaal alleen met het schitterende uitzicht. Vanuit Lubango zijn we richting de grens met Namibië gereden. Een goede asfaltweg loopt tot 50 kilometer voor Xangongo. Vanaf hier is er een noodweg aangelegd. Een slecht pad voor ruim 40 kilometer; los zand, hobbel, wasborden het hele repertoir. Bij Xangongo slaan we af richting de Ruacane en de watervallen. Ook deze weg is zeer slecht. Wanneer we ook nog horen dat de waterval droog staat is de keuze snel gemaakt….. we draaien om en nemen de asfaltweg naar Santa Clara. We hebben Waggel nog voor de grens helemaal afgetankt want in Namibië is de diesel 3 keer zo duur! De grens formaliteiten gaan vlot en Namibië ligt voor ons!

Gereden route Angola, 8 oktober t/m 1 november 2013 (4.217 kilometer)

Angola_route

Foto’s