Botswana deel II

25 mei 2015 - Mabuasehube, Botswana

22 mei 2015 t/m 30 mei 3015

Een smal tweesporig pad loopt noordelijk van restcamp Nossob (Zuid Afrika) over de grensrivier het Botswana deel van het Kgalagadi NP in. In het wat te smalle mulle zandspoor, worstelt Waggel zich over de soms behoorlijk steile duinen. Het is vroeg, de zon staat laag en recht voor ons. We zijn op weg om over de Bosotrail naar het Mabuasehube deel van het park te komen. Zodra we het Zuid Afrika stuk van het park achter ons laten, is het verschil tussen de beide delen van het park duidelijk te merken. Het Zuid Afrika stuk is voor de toeristen erg toegankelijk gemaakt en in het Botswana deel heeft de natuur zijn gang kunnen gaan. Slechts enkele zandpaden lopen door de wildernis en de kampeerplekken zijn veelal niet meer dan een open plek zonder voorzieningen. Geen door hekken afgeschermde en van alle luxe voorziene restcamps hier. Gewoon kamperen tussen de hyena’s en de leeuwen. We hebben de bandenspanning verlaagd nadat we ons vast hadden gereden op een steile duin. Hierna stuiteren we door kuilen, slingeren tussen de bomen door en beklimmen de ene na de andere duin. Ook hebben we er weer de nodige krassen bij gekregen. Onze eerste kampeerplek is Matopi Camp II, iets voorbij de helft van de Bosotrail. De plek is bezaaid met dierensporen en niet alleen hoefadrukken! Van een afstand worden we gadegeslagen door oryxen en steenbokken. Vanaf het dak van Waggel zitten we tot zonsondergang te genieten van de omgeving en het hier rondscharrelende wild. De volgende dag vervolgen we de Bosotrail. We hebben een kampeerplek bij de Lesholoago Pan geboekt. Dit deel van de route gaat een stuk vlotter. Het is minder heuvelachtig en de ondergrond is wat vaster. Vlak voor een rangerstation horen we gesis en niet veel later is het helemaal mis. De linkerachterband is totaal vernield en dreigt van de velg te lopen. En dat in een park dat wemelt van de leeuwen! We blokkeren het smalle zandpad en kunnen niets anders dan het reservewiel eronder leggen. Terwijl Monique de omgeving nauwlettend in de gaten houdt probeer ik het wiel uit het zand te krijgen. Na wat graven kan ik twee potkrikken en wat houtblokken onder de as kwijt zodat het wiel met de kapotte band eraf gehaald kan worden. Het reservewiel hebben we dan al naar beneden getakeld en staat klaar. Twee en een half uur later zijn we weer onderweg. Toen we net klaar waren en de spullen aan het opruimen waren, ontstond er een “file” voor Waggel. Eén van de “bakkies” reed zich flink vast toen hij om ons heen probeerde te rijden. De Zuid Afrikanen met hun overladen bakkies hebben blijkbaar geen idee hoe je in het zand moet rijden. Ze hadden geluk want wij konden ruimte maken en een andere sleepte ze weer vrij. Een paar kilometer verderop regelen we nog twee extra nachten in het park. Toen we ze vertelde over de lekke band waren de rangers geïrriteerd dat niemand ze heeft gewaarschuwd heeft om ons te komen helpen en te beschermen.

04 Bosotrail Kgalagadi tansfrontier NP06 Bosotrail Kgalagadi tansfrontier NP

Die avond staan we bij het kamp aan de Lesholoago Pan. Een uur na aankomst wandelt eerst een bruine hyena over de pan en later wandelt er zelfs een leeuw door ons kamp! Ook ’s nachts staat er een leeuw op enkele meters van Waggel te brullen. Op dag 1000, sinds vertrek uit Zoetermeer, rijden we een rondje om de Lesholoago Pan waar we bij een drinkplaats wat vogels fotograferen. De hartebeesten en springbokjes blijven op een afstand. Als er na een goed uur nog niks gebeurt is, rijden we door naar de slaapplaats voor de komende nacht aan de Mabuasehube Pan. Ook op deze plek staan we weer helemaal alleen. Met mooi uitzicht over de uitgestrekte pan zien we groepjes gnoes, oryxen en springbokken grazen. We maken wat foto’s van een jakhals die tot vlakbij ons kwam. ’s Avonds maken we een braai om deze mooie, speciale dag te vieren. 1000 dagen onderweg is toch niet niks! De volgende pan die we bezoeken heet de Mpayathulwa Pan. We hebben mooi uitzicht over de pan maar veel gebeurt er niet. Als onze Duitse buurman naar de drinkplaats rijdt scharrelt er een bruine hyena rond zijn tent. Het dier lijkt zich weinig van ons aan te trekken als wij opnames van hem maken. De laatste pan die we bezoeken in dit park is de Monamodi Pan. Een zanderig en erg smal pad, leidt ons ernaar toe. Waggel heeft er weer de nodige krassen bij en even later zijn we ook een buitenspiegel armer. Tsja, je kan niet alles hebben! Eenmaal op de campsite voor de komende nacht aangekomen, vinden we het jammer dat we geen uitzicht op de pan hebben. Na de lunch besluiten we om naar de drinkplaats op de pan te rijden. Veel wild is hier ook niet te zien. Een zwijntje durft door ons niet te komen drinken en in de verte zien we nog een oryx en een jakhals rondscharrelen. Bij het water is een bateleur zich aan het baden en iets verderop zit een groep gieren in het zonnetje. Het is een mooi gezicht en we vermaken ons prima. De volgende dag moeten we helaas het park alweer verlaten. Vanwege de hoogte van Waggel kunnen we niet door de officiële poort. Gelukkig kunnen we door de struiken om het gebouw heen rijden en zo het park verlaten. We volgen een zandpad en omdat er geen hek om het park staat, wemelt het hier ook nog van de dieren en hun sporen. Aan de pootafdrukken te zien blijven ook de leeuwen niet binnen de grenzen van het park. Op dit zandpad vinden we een schedel met de hoorns van een oryx. Een leuk aandenken aan het park. Via de plaatsen Hukuntsi, Ngwatle en Kule rijden we over voornamelijk zand- en gravelwegen naar de Transkalahari Highway. Hier is de grensovergang met Namibië. Bij de grensplaats Buitepos ging alles erg vlot. Het was er rustig en de mensen erg vriendelijk. We zijn weer in Namibïe!

Foto’s