Ghana

1 juni 2013 - Accra, Ghana

12 mei 2013 t/m 5 juni 2013

Ghana wordt vaak de Golden Boy van West-Afrika genoemd en is sinds vele jaren een politiek redelijk stabiel land. Economisch doen ze het ook niet slecht en dus schept dat wat verwachtingen.

Bij de plaats Takikro passeren we de grens. Het is duidelijk dat hier maar zelden touristen komen en daarom duurt alles wat langer. Bij de politie komt net een bus met lokale mensen binnenvallen en door deze drukte vergeten ze onze verblijfsduur in te vullen. Dus doen we dit zelf maar! We geven onszelf 30 dagen, gelijk aan de geldigheid van ons visum. Na de onverharde weg in Ivoorkust rijden we in Ghana over een asfaltweg. De weg is niet zonder gaten maar we kunnen ze ontwijken. In Berekum pinnen we Ghanese cedi’s en tanken de auto vol. Ook willen we onze watertank vullen maar dat viel nog niet mee. De regio waar Berekum in ligt zit, om wat voor reden dan ook, al 3 dagen zonder water. Enkele dorpen verderop kunnen we gelukkig wel onze tank vullen bij een tankstation. Via Wenchi rijden we naar Wechiau. De weg staat op de kaart aangegeven als een belangrijke nationale weg met verbinding naar Burkina Faso. Een deel zou nog onverhard moeten zijn, maar dit valt erg mee. Op een stuk piste na is de weg goed te berijden. Tot aan Wenchi waren er talloze en hoge verkeersdrempels in de dorpen en steden maar daarna is het een stuk minder en gaat het tempo flink omhoog. Onderweg verwachten we eindelijk weer eens groenten en fruit te kunnen kopen maar dit valt tot nu toe, erg tegen. Hoe noordelijker we komen, hoe schaarser het aanbod is! Dit hadden we niet verwacht! Na anderhalve dag bereiken we Wechiau. Hier is, door dorpschefs van 17 gemeenschapjes, een beschermd gebied voor nijlpaarden gemaakt langs de Black Volta-rivier. Een rivier op de grens van Burkina Faso en Ghana. Het is een, al enige jaren lopend project, om een groep van zo’n 30 nijlpaarden een veilig thuis te geven. In de plaats Wechiau is het bezoekerscentrum. We melden ons en krijgen een welkomspraatje en er wordt ons uitgelegt welke tours we kunnen doen. Het stuk beschermd gebied is zo’n 18 kilometer verderop en het is de bedoeling dat we direkt een gids meenemen. Omdat we maar twee zitplaatsen hebben en eigenlijk niet zitten te wachten op nog iemand in de auto, krijgen we instructies om ter plekke een gids aan te spreken. De piste naar de overnachtingsplek is prima te doen en al snel zijn we er. Er wordt vreemd opgekeken als we vragen waar we kunnen staan. Zoveel plek is er niet. Natuurlijk gaat dit ook weer op zijn Afrikaans; de één zegt dat we hier moeten staan en uiteindelijk (als we net goed staan) komt er een ander die zegt dat we op een andere plek moeten staan. This is Africa! Uiteindelijk ook een afspraak kunnen maken om de volgende ochtend op zoek te gaan naar de nijlpaarden. Vandaag kon het ook nog maar met een temperatuur van 40 graden in de brandende zon in een bootje te zitten, klinkt niet echt zo aanlokkelijk.  ’s Nachts barst een forse regen- en onweersbui los en koelt het lekker af. ’s Morgens regent het nog steeds. Om 06.30 uur staan we klaar voor de toer, maar helaas nog geen gids. We vragen waar deze blijft en na een half uur komt hij slaperig aanlopen. Hij moeten nog ontbijten en er moet ook nog een peddelaar geregeld worden. Al met al zijn we rond 07.30 uur onderweg naar de rivier waar het bootje voor de tour zou moeten liggen. Het is ondertussen wel helemaal droog geworden. De gids geeft veel uitleg over de nijlpaarden en het gebied. Eenmaal bij de rivier aangekomen blijkt de boot verdwenen. De gids en bootsman gaan op zoek. Na een kwartier komt er een kano aangevaren met hierop de initialen van het nijlpaardenproject. Een dorpsbewoner had de kano even geleend om zijn fuiken te legen. Ondertussen 08.15 uur en eindelijk onderweg naar de nijlpaarden. Omdat de dag ervoor een telling is gedaan door een groep Canadese studenten weten ze redelijk waar de kolossen van 2,5 tot 3,5 ton zich bevinden. Terwijl de bootsman peddelt is de gids bezig met hozen om de wankele, lekke boot voor het zinken te behoeden. In de verte zien we af en toe fonteintjes uit het water opstijgen. De gids legt uit dat dit de snuivende nijlpaarden zijn. We komen tot op zo’n 25 meter. Dan draait er één nijlpaard zich om en laat merken dat we niet dichterbij moeten komen. Het is een groep van 9. Ze duiken steeds onder om ergens anders weer boven te komen. Een leuk gezicht maar veel meer dan een neus, ogen en oren laten ze niet zien. Uiteindelijk komt er één wat verder uit het water en kunnen we zien hoe enorm ze eigenlijk zijn. Als er dan ook nog één gaat gapen is het plaatje kompleet! Na anderhalf uur op het harde plankje in de kano te hebben doorgebracht, klauteren we de modderige rivieroever op en vertrekken richting Mole National Park.

04. Wechiau

Dit nationaal park ligt 125 kilometer verderop. We staan hier op de camping in het park. Nog diezelfde dag komen wat aapjes, zwijnen en bokken bij ons een kijkje nemen. Op de camping is niet veel meer over van het campingmeubilair. Alles is verrot en scheefgezakt, best zonde. De plek zelf is zeker niet slecht. Er is water en het uitzicht is schitterend. Helaas zijn de drinkvijvers voor de dieren alleen vanuit het nabij gelegen restaurant/terras te zien. De volgende morgen worden we al vroeg gewekt door geluiden bij de auto. Als we naar buiten kijken blijken het bavianen te zijn. Al snel zitten er twee op de auto en niet veel later zitten ze bij het dakluik (welke we dan ook maar snel dichtdraaien). Bavianen zijn brutaal genoeg om in de auto te komen en alle eetbare spullen weg te nemen. Hierbij natuurlijk veel schade achterlatend. De komende dagen vermaken we ons met wassen, onderhoud aan de auto, dieren kijken, lekker eten in het restaurant en een jeepsafari. Bij de drinkvijver zien we tientallen verschillende bokken en antilopes, krokodillen en zwijnen. Tijdens de jeepsafari wordt alles in het werk gesteld om olifanten te zien. Omdat het wat heeft geregent zijn de olifanten wat minder afhankelijk van de drinkvijvers en zwerven ze naar andere delen van het park. Nu is het weer flink warm de de rangers hopen de dieren te vinden. Er wordt dus minder tijd besteed aan alle andere hier levende dieren. Vlak voor de duisternis invalt vinden we ze…een groot mannetje en drie kleinere. Te voet gaan we ernaar toe en komen tot zo’n 10 meter van deze enorme dieren. De grootste is hoger dan onze auto die 3,8 meter is! Ons verblijf in het park kan niet meer stuk! De volgende morgen rond een uur of tien komt een ranger vertellen dat er olifanten bij de drinkvijver zijn. Na alles snel weggeruimd te hebben (Sjors was de auto aan het doorsmeren) lopen we er heen. Er blijken 6 olifanten in het water te zijn. De afstand is groot en aangezien de olifanten er nog even lijken te blijven gaan we terug om lange broeken en dichte schoenen aan te doen. We regelen een ranger die ons naar de dieren gaat brengen. Een deel van de olifanten is ondertussen weg en de andere zijn het water uit en lijken ook te gaan vertrekken. Maar toch komen we weer tot zeer dichtbij. Het blijven intrigerende dieren! De grootste olifant heeft geen slagtanden meer en beschermt duidelijk de kleinere dieren. Zo tussen de begroeing zijn ze nog altijd erg imposant! Leuk detail is nog te vermelden dat dit wandeltochtje voor 2 personen, anderhalf uur omgerekend 4 euro kostte! Zou dit in Zuid-Afrika ook het geval zijn?

01. Mole02. Mole03. Mole

Na Mole rijden we naar Boabeng Fiemma monkeysanctuary. Een klein park waar enkele aapsoorten beschermd leven. De dorpjes in dit park hebben de apen “heilig” verklaard. ’s Morgens vroeg lopen we een ronde door het park. Onze gids is een gezellig pratende man. De soorten die we gezien hebben zijn de zwart/wit colobus apen en de mona-apen. Na een bezoek aan het dorp lopen we via brede paden door het park en belandden bij de apenbegraafplaats. Alle overleden apen worden hier begraven. Na een leuke rondleiding vertrekken we richting Kumasi. We tanken gas en worden in korte tijd 4 keer door de politie gestopt. Dit geeft wat irritatie! In Kumasi is het heel druk. De stad is verstopt maar dat geeft ons weer wat tijd om rond te kunnen kijken. We rijden door een straat waar links en rechts kilometers lang alle mogelijke auto-onderdelen te koop liggen. Stapels motorblokken, assen, versnellingsbakken, ruiten, velgen, banden enz. enz. De auto’s worden hier blijkbaar minutieus uit elkaar gepeuterd! De door onze Garmin bepaalde route door de stad hebben we maar niet gevolgd. De aangegeven route ging dwars over de markt. Deze markt is de grootste van West-Afrika en het is hier druk in het kwadraat. Hier wil je zeker niet met de auto doorheen rijden! Via een alternatieve route bereiken we redelijk vlot het Presbytarian Guesthouse. Een prima plek om het centrum van Kumasi te verkennen. Hier willen we wat inkopen doen en kijken voor een internetstick. Veel boodschappen doen we niet; veel is er niet te koop en wat er is, is enorm duur. We kopen een internetstick en achteraf blijkt dat skype hier in Ghana niet werkt. Na verschillende sticks gekocht te hebben (en weer teruggebracht omdat skype niet gaat) lijkt het bij Vodafone wel te lukken. Al met al een hele dag in de weer om te kunnen bellen! Na Kumasi gaan we richting de kust. Een asfaltweg die steeds slechter wordt. Bij de plaats Bekwai wordt de weg echt een drama en dat voor zo’n 150 kilometer. Alles heeft het zwaar. De banden, remmen, de vering en ook wij hebben het niet best. Bij Tarkwa draaien we gelukkig een andere weg op en laten de gatenkaas achter ons. In de schemering bereiken we Dixcove en dan is het nog 10 kilometer slechte piste tot de Green Turtle Lodge. In Dixcove zijn de straatjes nogal smal en regelmatig moeten mensen hun spullen aan de kant zetten om ons voorbij te laten. Erg vriendelijk wordt hier niet bij gekeken! Het is ondertussen donker als we bij de lodge aankomen. De ingang is krap en laag door de begroeing. Maar het lukt en we parkeren Waggel voor de huisjes naast het restaurant. Er is een feestje gaande omdat er wisseling van het management is. De volgende dag zouden we eigenlijk naar de campsite-gedeelte moeten maar er is te weinig ruimte in zowel de hoogte als de breedte. We staan prima zo op het strand op slechts een paar meter van de zee. Er zijn weinig gasten. Het is buiten het seizoen en zoals overal in West-Afrika blijven de touristen weg. Na een paar daagjes strand volgen de kust richting Elmina.

25. Dixcove26. Green turtle lodge

Hier staan we een bij The Stumble Inn aan Coconut Grove Beach. In Elmina staat een slavenkasteel en een fort ter verdediging van de stad. Het kasteel heeft dienstgedaan als doorvoerpunt van slaven en deze wilde we wel even gaan bekijken. Een mooi kasteel vinden we het niet maar met zijn dikke muren en grachten is het wel een imposante verschijning. We lopen naar binnen en niet veel later weer naar buiten. De hoge entreeprijzen zijn ons te gortig; 10 dollar per persoon en daarnaast 12 dollar voor een fotocamera en 85 dollar voor de videocamera! Absurde prijzen naar ons idee, dus dan maar niet. We nemen wat foto’s en maken wat video-opnames van de buitenkant en lopen dan het stadje in. Hier staan nog wat gebouwen uit de Engelse tijd en we bezoeken de overwoekerde Nederlandse begraafplaats. Na Elmina rijden we door naar Accra waar we een 3-maandsvisum voor Togo regelen. De stad is overvol en chaotisch en we zijn blij dat we na twee nachten weer verder kunnen! Onze volgende stop onderweg naar de Wli watervallen, is Lake Volta. Een enorm stuwmeer aan de oostkant van Ghana. Op een parkeerplaats met uitzicht over het meer zien we een zwarte wolk steeds groter worden en het duurt niet lang of het begint te waaien en te onweren. Een mooi gezicht maar we moeten ons nog haasten om het dakluik en de ramen dicht te doen voor het noodweer losbarst. De hele auto schut ervan. We waren op deze plaats gestopt voor de lunch maar het plekje beviel ons wel en dus blijven we er ook maar voor de nacht. De Wli watervallen zijn tegen de grens met Togo in een bergachtig en groen gebied. Het water komt zo’n 40 meter naar beneden vallen in een ondiep meertje. De bergwand rond de waterval vormt een met mos begroeide kom en in het meertje, met ijskoud water, kan gezwommen worden.

32. Wli waterval

Na dit uitstapje volgen we de grens met Togo verder naar het noordoosten van Ghana. De wegen zijn erg slecht en wat ons nog het meest verbaast is dat er nieuwe wegenbouwmachines bij de diverse dorpen staan weg te roesten. We rijden via Nkwanta, Bimbilla en Yendi richting de grens. We hebben drie dagen nodig om een stuk van 450 kilometer af te leggen. Twaalf kilometer voor de grens met Togo willen we overnachten naast een yam-veldje zo’n 200 meter van de piste vandaan. Een man komt naar ons toe en vraagt of wij naast zijn veldje ook yam willen gaan verbouwen. We zeggen hem dat dit niet helemaal ons plan is en dat we er slechts willen overnachten. Geen probleem volgens hem en het zal vannacht rustig zijn. Ondertussen zijn er nog 3 mannen en 2 vrouwen bijgekomen. We kletsen wat en na een half uurtje zijn we alleen en zien die dag niemand meer. De volgende morgen om 04.30 uur horen we iemand het pad op lopen. Niet veel later barst een forse regenbui los. Het pad naar de piste veranderd in een snelstromende rivier en overal staat water. Na 3 uur is het weer droog en schijnt het zonnetje. Maar wij staan nog in het modderveld. Als we na het ontbijt weg willen rijden slippen dan ook de banden door. Met wat graven en heen en weer rijden komen we erweer uit. Toch wel prettig dat Waggel een lage groep en 4x4 heeft! Met modderspetters tot onze heupen melden we ons even later bij de grenspost om Ghana te verlaten.

Gereden route Ghana, 12 mei t/m 5 juni 2013 (2.239 kilometer)

Ghana_route

Foto’s