Mauretanië

1 februari 2013 - Nouakchott, Mauritanië

21 januari 2013 t/m 8 februari 2013

s Morgens om 09.00 uur sluiten we aan in de rij voor de grens. Er staan 28 auto’s voor ons. Dat valt mee, denken we nog….. Maar het pakt helaas anders uit! Voor we aan de beurt zijn is er 3,5 uur voorbij en moeten we aansluiten bij de scanner. Dit duurt nogmaals 1,5 uur. Er is dan nog geen papierwerk gedaan. Voor we eindelijk naar de grenspost van Mauretanië kunnen is het 13.30 uur geweest! Niks ingewikkeld alleen erg veel geduld is nodig. Het stuk niemandsland tussen Marokko en Mauretanië is zo’n 5 kilometer en kost ons ruim een half uur.Een erg slechte piste met grote gaten en stukken zand. Overal autowrakken en (delen) van computers. De grenspost van Mauretanië gaat gemoedelijk en is vlot achter de rug. De auto wordt in het paspoort bijgeschreven en we krijgen de nodige stempels. Dan wil een mannetje met een geldtasje geld van ons. Parkeergeld legt hij uit. Dit gaan we natuurlijk niet betalen. Na veel discussie komen we op het kantoor van de politiecommisaris terecht. Deze ligt op een bed met ontbloot bovenlijf. Hij hoort de verschillende verhalen aan en gaat de discussie met de man aan. Het stemvolume neemt flink toe en hij blaft de man compleet af. Hij vindt dat toeristen met rust gelaten moeten worden en stuurt ons weg. Toch nog iemand die het voor ons opneemt! Blijkbaar zijn dus nu de grensformaliteiten van Mauretanië gedaan. We rijden direct door richting Nouadibhou, zo’n 45 kilometer verderop op een schiereiland. Hier in Mauretanië kom je ook weer de nodige politie- en douanecontroles tegen. Regelmatig drie stuks in een paar honderd meter. Maar ook hier vriendelijke beamtes die slechts een fiche willen. De stad Nouadibhou is rommelig. Loslopende geiten en ezels op de weg en het verkeer is erg chaotisch. Er rijden voornamelijk auto’s in vergevorderde staat van ontbinding. Afrika is duidelijk begonnen….. We zetten onze auto op de camping Chez Abba. Een stoffig terrein met een muur eromheen. Het heeft eenvoudige voorzieningen en wat kamers voor backpackers. De stad is voornamelijk een verzameling vierkante stenen gebouwtjes langs stoffige en onverharde wegen. Leven is er overal. Voornamelijk zijn er kleine bedrijfjes bezig met de verkoop van binnengesmokkelde waren. De luxe van Marokko is echt voorbij! We organiseren een verzekering en pinnen wat geld. De verzekering is verplicht en kost ons omgerekend 25€ voor 20 dagen. ’s Avonds verwennen we onszelf door uiteten te gaan bij de chinees zo’n 100 meter verderop in de straat. De aankleding is eenvoudig, zowel binnen als buiten, maar het eten smaakte ons prima. De volgende dag waait het flink en hangt de stof overal in de lucht. We willen hier het stuk langs de beroemde spoorbaan gaan rijden. Het is de spoorbaan van de langste trein ter wereld. De trein vervoert ijzererts en kan tot 2,3 kilometer lang zijn. Er loopt geen weg langs maar er zijn alleen sporen/tracks die gevolgd kunnen worden. Helaas voor ons zijn deze grotendeels verwaaid door de vele wind van de afgelopen tijd. Bij het plaatsje Bou Lanou begint de track en als we bezig zijn de druk in de banden te verlagen worden we aangesproken door de politie. Vanwege de veiligheid en de onrust in de regio begeleiden ze ons richting het spoor door de zandduinen, maar omdat we nog niet voldoende lucht uit de banden hebben lopen we al snel vast in het mulle zand. De wat ongeduldige politie begeleid ons dan via een ander pad richting het spoor. Met de mededeling voor niemand te stoppen en ons om 17.00 uur te melden in Inal, worden we op pad gestuurd. Een eenvoudige te rijden piste brengt ons in dit plaatsje. Helaas pas rond 18.30 uur. We melden ons en ze wisten van onze komst. Het blijkt dat in deze regio de afscheidingsbeweging van de Westelijke Sahara, Polisario geheten, zich ophoudt. Dus moeten we overnachten naast de gendarmerie. De volgende dag zien we de enorm lange trein langskomen en verdwijnen in een zand/stofwolk. Het stuk naar Ben Amira dat we de tweede dag rijden gaat door enkele duinstukken. We rijden nu met een bandenspanning van 2,5 bar en constant in de lage groep. Het gaat prima. We passeren een paar dorpjes die eruit zien als oorlogsgebied met geblakerd schroot en vervallen huisjes. In de dorpjes zijn er altijd de naar cadeau’s vragende kinderen. Bij de monoliet Ben Amira is ook een politiepost. We melden ons en vragen toestemming bij de monoliet te parkeren. Totaal geen probleem volgens de agenten. We rijden 3 kilometer buiten het dorp, zoeken een rustig plekje en installeren ons. Een herder met zijn kamelen bezoekt ons maar verder is er niemand. We hebben een rustige avond. Als we net in bed liggen wordt er bescheiden op de deur geklopt. Het is de gendarmerie. Twee jeeps met 6 bewapende soldaten komen ons ophalen. We mogen hier niet slapen omdat de gendarmerie hier niet voor onze veiligheid kan instaan. Het is dan 23.00 uur, stik donker en er staan 6 zwaarbewapende soldaten voor onze auto. We moeten mee naar hun basis. Dit alles met duizend verontschuldigingen en alles uiterst vriendelijk. Naast hun onderkomen parkeren we en hebben verder een rustige nacht. We gaan er maar vanuit dat zij ook allen maar hun orders uitvoeren! De volgende dag rijden we naar de stad Atar. Ook vandaag zien we de trein langsrijden. Een enorme kolos met vier diesellocomotieven en een eindeloze rij wagons. De machinist zwaait enthousiast en van verre zien we zijn grote glimlach. Ook vandaag weer een paar pittige zandduin stukken waar Waggel zich prima doorheen ploegt.

IMG_3712-2IMG_3778-2

We buigen af in de richting van de N2. Dit stuk is echt spoorzoeken. Overal staan sporen die alle kanten op gaan en de route op de GPS lijkt nergens te vinden. We rijden over velden met scherpe stenen, over kamelengras, door het zand met acaciabomen, langs geiten en kamelen en velden met rotsblokken. We schudden, stuiteren, hotsen en botsen. Erg vermoeiend! Uiteindelijk bereiken we de N2. De doorgaande weg tussen de plaatsen Choum en Atar. Maar dit viel wat tegen. De weg is totaal versleten. Een wasbordpiste zo agressief dat we denken dat de hele auto uitelkaar valt. Maar waarschijnlijk kan Waggel wat meer hebben dan wij! Vlak voor een prachtige bergpas wordt de weg beter. We kunnen eindelijk weer eens van de bijzondere omgeving genieten. Aan één kant woestijn en aan de andere kant een hoogvlakte. Een stuk verderop bij een klein dorp begint ineens een asfaltweg in een behoorlijke conditie. Wat een luxe! Al snel daarna zijn we in Atar. Een woestijnstad met een markt en veel leven langs de weg. We blijven hier op camping Bab Sahara, die wordt geleidt door een Nederlands-Duits echtpaar.Erg gemoedelijk en we blijven hier een paar dagen. Terugkijkend op de route langs de spoorweg is het een route die we zeker niet hadden willen missen. Een mooie route van ruim 400 kilometer waarvan het grootste gedeelte door het zand. Vanuit Atar gaan we verder de woestijn in om de oasestadjes Chinguetti en Ouadane te bezoeken. Op de markt doen we nog wat inkopen en we gaan weer onderweg. Het eerste stuk is asfalt maar als snel buigen we af en komen we op een prima onverharde weg waar we goed door kunnen rijden. De weg klimt gestaag tot we weer bij een bergpas aankomen. De pas is opnieuw geasfalteerd en behoorlijk steil. Een deel moeten we zelfs in de eerste versnelling rijden! Na de klim is het asfalt over en gaat de prima piste verder. In Chinguetti verwachten we veel maar het valt ons wat tegen. Het oude deel van de stad wordt steeds verder door de duinen opgeslokt. In de bibliotheken zouden nog wat zeer oude korans aanwezig zijn, met de toelichting; zo kwetsbaar als stof. We besluiten hier niet te veel tijd aan te besteden en verlaten de stad via de zandpiste richting de duinen. Deze route is zwaarder dan de route langs het spoor en we verlagen de bandenspanning zelfs tot 2 bar. Waggel moet flink aan de bak! We volgen een track op de GPS maar sporen zijn er niet. Door de harde wind en het opwaaiende zand worden deze meteen gewist. We rijden met beperkt zicht dwars door de zandduinen. Het is onmogelijk te zien hoe steil de duinen zijn. We rijden zo twee dagen door en over de duinen tot we bij Ouadane aankomen. Een semi-spookstad volgens de reisgids. Een in vergetelheid geraakte karavaanstad tegen een berghelling. Er leven nog enkele families tussen de ingestorte resten van de stad. Na een kort bezoek gaan we verder naar het oosten. Hier moet een krater liggen met een doorsnede van 40 kilometer. Helaas voor ons neemt de sterke wind van de afgelopen dagen toe tot stormkracht. We kamperen tussen wat begroeing en wachten de volgende dag af. De volgende morgen is het nog erger en we besluiten terug te gaan richting Atar.

IMG_3876-2IMG_3965-2

Een goede piste brengt ons, in een zandstorm met af en toe een zicht van minder dan 5 meter, terug naar Atar. Hier doen we weer wat inkopen en rijden door tot Terjit. Een oase in een bergkloof. Hier wonen nog een paar families in het dorp dat in de schaduw van de berg is gebouwd. Aan het eind van het dorp is een parkeerplaats c.q. camping en we worden getrakteerd op thee met koekjes. In de tussentijd worden we vermaakt door de kinderen van de gastheer. We bezoeken de palmentuin in het nauwste gedeelte van de kloof. Heerlijk koel maar helaas ook weer slecht onderhouden.

21 Terjit

Na twee nachten rijden we richting Nouakchott. Een lange en eentonige weg. Prima asfalt en zelfs breed genoeg. In zo’n 7 uur rijden we naar Nouakchott waar we Waggel bij Auberge Menata parkeren. Eerst even wat rust en onderhoud voor we weer doorgaan. Dat hebben we ondertussen wel verdient! Na een paar dagen is het tijd om verder naar het zuiden te reizen. Via Nationaal Park Diawling willen we de grens over naar Senegal. Via een track langs de kust willen we in dit park komen maar ook hier kloppen de tracks niet. Na wat ronddwalen rijden Ernst en Christine zich vast in de blubber. Zodra ze het niet vertrouwde en terug wilde, zakte ze tot hun assen weg. Ook wij stoppen en zakken direct weg. Een hard uitziende bovenlaag met eronder natte klei! Twee auto’s vast in de blub. Gelukkig komt Waggel snel weer vrij. Voor Ernst en Christine hielp graven en zandladders niet meer. Er is hulp nodig. Gelukkig is er vlakbij een grote shovel aan het werk. Met twee aan elkaar gemaakte sleeplinten trekt de grote Caterpillar 952 hem er zo uit. Wat een mazzel! De volgende dag rijden we via een veel te smalle piste naar Nationaal Park Diawling waar we een nachtje blijven. Hier zien we pelikanen, lepelaars, diverse reigers en wrattenzwijnen. Een welkome afwisseling na zoveel zand…… het is dan nog 25 kilometer tot de grens met Senegal.

Gereden route Mauretanië, 21 januari 2013 t/m 8 februari 2013 (1.728 kilometer)

Mauretanië_route

Foto’s