Namibië deel I

15 december 2013 - Etosha, Namibië

1 november 2013 t/m 19 december 2013

We hebben uitgekeken naar dit land! Eindelijk weer goed gevulde en betaalbare supermarkten, wildparken en mooie campings. Langs de weg geen bushmeat meer, maar levende dieren in het wild…Eerst nog even de grensformaliteiten. Men doet erg moeilijk over het afstempelen van ons nieuwe carnet en willen persé alleen ons oude carnet stempelen. Ook hier moest de chef eraan te pas komen en was er weer wat overtuigingskracht en theater nodig. We waren het alweer vergeten, maar Namibië is natuurlijk ook nog gewoon Afrika! De overige formaliteiten verlopen zonder problemen en rond het middaguur zijn we in Namibië. Het is even wennen want hier rijdt men aan de linkerkant van de weg. Bij de grens staat geen bord of aanwijzing hiervoor en we vragen ons af hoe vaak dit fout gaat. Gelukkig rijdt er meer verkeer en gaat het aanpassen redelijk vlot. We rijden van de grensplaats Oshikango naar Ondangwa waar we inkopen doen en onze voorraden weer flink kunnen aanvullen. Hier gaan we op zoek gaan naar een heuse camping. We belanden uiteindelijk 15 kilometer voorbij de stad op de community camping Nakambale. Het noordelijke stuk van Namibië is het drukst bevolkte stuk van dit land en er is hier ook veel veeteelt. Je moet uitkijken want de runderen, geiten en schapen lopen gewoon over de weg. Na twee nachten op de camping zijn we naar het Etosha Nationaal Park gereden. Vlak voor Etosha zien we het eerste wild lopen. Het zijn gnoes, oryxen (gemsbokken) en flamingo’s.  We gaan het park in via de noord-oostelijke poort met de naam King Nehale. In het voor toeristen opengestelde deel van het park zijn drie campings met openingstijden van zonsopkomst tot zonsondergang. Je bent verplicht van de campings gebruik te maken want wildkamperen is ten strengste verboden. De eerste dag rijden we via wat zijpaden naar camping Namutoni. Op dit stuk werden we getrakteerd op veel wild zoals zebra’s, gnoes, springbokken, jakhalzen, struisvogels en een kleine katachtige. Vooral de enorme hoeveelheid giraffen verbaasde ons. ’s Avonds op de campsite worden we door onze Duitse buren gewaarschuwd. Er zou een olifant bij het hek naar de camping staan. Monique pakt de zaklamp en gaat kijken. Ineens staat ze oog in oog met het enorme dier, op nog geen 3 meter afstand! Hij is door de omheining gewandeld en staat bij een waterplas op de camping. Monique staat er pal naast en gelukkig lijkt het dier alleen geïnteresseerd in het water. Wat een ervaring!

25. Etosha

Leeuw

De volgende dag rijden we naar de tweede camping in het park. Deze heet Halali. We blijven hier twee nachten en bekijken van hieruit het middengedeelte van het park. Door de droogte van de laatste twee jaar trekken de dieren steeds dichter naar de drinkvijvers in de buurt van het grote droge zoutmeer. De kans om veel wild te zien is hier dan ook groot. Het meeste wild zien we tussen de camping Halali en Okaukuejo. Hier komen we enkele neushoorns en drie groepen leeuwen tegen. In totaal die dag 9 stuks. Twee van de groepen leeuwen hebben we vanaf het dak bewonderd. Je mag de auto natuurlijk niet uit maar vanaf het dak hebben we ongehinderd uitzicht. We kijken over de struiken en de voor ons geparkeerde auto’s heen. Ideaal zo’n dak/schietluik….(de brandende zon is het enige nadeel)…Na vijf dagen en ruim 600 kilometer in het park, krijgen we op weg naar de uitgang nog een traktatie. Voor ons stopt een auto. Ondanks dat het strikt verboden is uit te stappen wisselen de mensen van zitplaats. Ze zullen het niet gezien hebben, maar op ongeveer 10 meter afstand komt een mannetjesleeuw aangelopen. Wij zaten al met de camera in de aanslag voor een paar mooie youtube-filmpjes, maar blijkbaar had de leeuw geen honger! De auto rijdt weg en de leeuw gaat in de schaduw van een boom pal naast de weg liggen. Zoooo dichtbij….We hebben in het park enorm veel dieren gezien; overdag her en der in het park en ’s avonds bij de aangelegde drinkvijvers naast  de campings. Wat hebben we zoal gezien: (tientallen) olifanten, giraffes, leeuwen, oryxen, springbokken, zebra’s, jakhalzen, witte en zwarte neushoorns,  gnoes, hartebeesten, wrattenzwijnen, impala’s, kudu’s en een Afrikaanse civetkat. Diverse vogels waaronder:  secretarisvogels, kori bustards, struisvogels en een maraboe. Van veel van deze dieren hebben we ook nog jonge gezien.

GiraffeZebra

Na deze fantastische dagen zijn we doorgereden naar de plaats Kamanjab. Bij Oppi Koppi kunnen overlanders gratis gebruik maken van de campsite. Na de zware route door de westkant van Afrika heeft Waggel wat aandacht nodig. We willen bij de lokale garage wat kleine reparaties laten uitvoeren maar Vital (de Belgische eigenaar van Oppi Koppi) raadt ons dit af en verwijst ons door naar Windhoek. Dus dan doen we alleen maar een oliewissel. Van de rechtergereedschapskist is het scharnier afgebroken. Gelukkig kunnen we deze hier lassen en is dit ook weer in orde. Aan de voorkant is de onderste afwerklijst gaan loslaten. Het enige wat we kunnen doen is deze helemaal eraf halen, schoonmaken en weer terug plaatsen. Klinkt allemaal als simpele klusjes maar omdat je overal slecht bij kan, is er zo weer een dag voorbij! Bij Oppi Koppi is het naast het klussen ook goed toeven. Ze hebben een prima restaurant en een gezellige bar. Hier eten we onze eerste zebrasteak. Een echte aanrader! In het dorp Kamanjab zit de Impala meat market. Hier gaan we diverse keren naar toe en kopen o.a. eland-, kudu- en oryxvlees. Ook verkopen ze hier droëwors en biltong (kleine stukjes gedroogd vlees al dan niet gekruid). Na negen dagen vertrekken we richting het noordwesten. Via Opuwo, de hoofdstad van de Himba’s en de Herero’s, gaan we naar de Epupa watervallen.  In Opuwo hebben we onze ogen uitgekeken. De Himba-dames kleden zich nog altijd traditioneel. Ze hebben een ontbloot bovenlijf en gaan gekleed in alleen een lendendoekje en een soort slobkousen van zilveren kralen. Verder zijn hun huid en (kunstig gevlochten) haren ingesmeerd met een mengsel van rode klei en olie. Volgens de traditie mogen ze zich nooit wassen! De Herero-dames daarentegen zijn gekleed als Engelse hofdames uit vervlogen tijden met lange jurken en wijde rokken, lange mouwen en alles dichtgeknoopt tot de nek. Kunstige hoeden en handschoenen maken het geheel compleet.  Je ziet hier alles zij aan zij lopen op straat, blank en zwart, Himba of Herero.

Himba41. Herero

Het dorp Epupa is niet veel meer dan een rijtje campings langs de Kunene rivier. Hier begint een 60 meter diepe kloof. De eerste waterval is 35 meter hoog en via een serie van kleine watervallen stort op deze plek de rivier verder naar beneden. De waterval was door de lage waterstand niet echt spectaculair maar de omgeving is mooi, groen en er staan talloze palmbomen. Na Epupa zijn we via Otjiveze naar Swartbooisdrift gereden. Bij Swartbooisdrift zijn we de Kunene rivier gaan volgen tot Ruacane. De watervallen hier zijn droog omdat al het water wordt afgetapt voor de waterkrachtcentrale.  Door de lange droogte is ook hier het waterpeil  bij de stuwdam erg laag. Vanuit Ruacane gaan we recht naar het zuiden om via Opuwo, Kaokeland in te rijden. In Opuwo bezoeken we nog even de supermarkt, pinnen wat geld en tanken de auto af. Dan westelijk richting Oruwanje en Sanitatas en langs de Skeletoncoast naar het zuiden. Het pad is deels erg rotsig en hobbelig. Er zijn veel steile passages door de bergen met veel losliggende stenen. We komen langs diverse Himba dorpjes en geven hier onze 5-liter waterflessen af. Ze zijn hier duidelijk erg blij mee! De meeste Himba dorpjes echter zijn verlaten. Het is een nomadenvolk en deze trekken met hun vee door het Kaokeland. De nu leegstaande nederzettingen worden later weer gebruikt. Onderweg komen we ook weer veel wild tegen.De weg wordt slechter en slechter en de steile klimmetjes lijken wel traptreden zoals ze zijn uitgesleten. Het is erg rotsachtig en we maken ons wat zorgen om de banden. Hierna komen we op een open vlakte terecht. Aan de ene kant bergen en aan de andere kant een droge rivierbedding met wat begroeiing. In de rivierbedding is het prima rijden. Het zand is erg mul maar na flink wat lucht uit de banden gelaten te hebben, gaat het prima. We komen aan in Puros. De camping ligt tegen de rivierbedding aan. Een idyllische plek met douche en toilet verstopt tussen bomen en struiken. Het warme water wordt, op verzoek, verzorgt met een op hout gestookte boiler. We staan onder zeer oude grote bomen en overal om ons heen zijn sporen van olifanten. ’s Avonds maken we een lekkere braai met zebravlees, gepofte aardappels en gebakken banaan. De volgende dag volgen we de rivierbedding verder zuidelijk. Bij Amspoort komen de rivieren Haonib en Tsuxab samen. In deze delta parkeren we Waggel op een wat hoger gelegen punt naast de rivierbedding. Al snel komen twee groepjes olifanten langs. Oryxen en springbokken houden ons van een afstandje in de gaten en een grote gier kijkt vanuit een boom op ons neer. Enkele giraffen staan iets verderop een boompje kaal te vreten. ’s Avonds zien we wat bliksemschichten door de lucht schieten en het regent licht. Wat een superplek voor een overnachting was dit!

Olifanten

Door de rivierbedding rijden in het regenseizoen is geen goed idee maar de serieuze regens zijn nog niet begonnen en daarom besluiten we toch door de rivier terug naar het oosten te rijden. Door de lichte regen is het zand minder zacht en rijdt het wat makkelijker. Al snel na vertrek zien we weer een olifant, met een jonge deze keer. De grote olifant begint druk met de oren te klapperen. We rijden maar een stukje achteruit en passeren met een ruime boog. Bij het (verlaten) dorp Elephant’s Song wemelt het van de leeuwensporen. Helaas laten ze zicht niet zien. Bij Sesfontein rijden we dit schitterende gebied weer uit. We volgen hierna de C39 zuidelijk om het Damaraland een bezoek te brengen. Bij Fonteine Farm rijden we een smal spoor op richting de Doros krater. Een pad dat weinig gebruikt wordt. We rijden met een boog noordelijk om de krater heen. In de drie dagen die we hierover deden hebben we niemand gezien. Geen auto of niks! Wel het één en ander aan wild dat erg schuw was. Via Burnt Mountain zijn we weer op de doorgaande weg richting Outjo terecht gekomen. In Otjiwa vinden we een mooie plek op de camping van een privé wildpark. Langs de kampeerplaats lopen de zwijntjes, kudu’s, elanden, oryxen, waterbokken, gnoes, springbokken, impala’s en hartebeesten. Ook weer zo’n superplek! De volgende stop is de hoofdstad Windhoek. In Windhoek zijn diverse mogelijkheden om de auto te kunnen stallen. Aangezien we halverwege volgend jaar  weer voor een paar weken naar Nederland willen, is het wel prettig om alvast wat plaatsen bekeken te hebben. 10 kilometer noordelijk van Windhoek ligt Gästefarm Elisenheim.  Een door Duitsers gerunde boerderij met kamerverhuur en camping. Het is gezellig op de kleine camping en we doen wat onderhoud aan de auto. In Marokko is een ventielhuis kapot gegaan en in het reservewiel zit sindsdien een binnenband. De laatste dagen verloor de band linksachter wat druk en dus besluiten we beide wielen uit elkaar te halen. Vanuit Nederland hadden we nieuwe ventielhuizen meegenomen en deze komen dus nu mooi van pas! (Ton en Chantel www.dichtbijenverweg.nl nogmaals bedankt!) Terwijl we hier druk mee bezig zijn, barst er plotseling een gigantische regenbui los. Resultaat: een aantal vol geregende gereedschapskisten. Een gevalletje nazorg dus! Na drie dagen doorgebracht te hebben in Elisenheim zijn we doorgereden naar Windhoek. Bij een lokaal truckcenter laten we de oliekeerringen van het stuurhuis, de tussenbak en het achter cardan wisselen. Ook maar meteen nieuwe spiegels laten plaatsen. Dit alles was binnen één dag klaar en dat zonder afspraak! We rijden door naar Windhoek-Oost. Hier bevindt zich de Trans Kalahari Inn en hier zijn ook goede mogelijkheden om de auto te kunnen stallen. Tijdens de stevige regenbuien in Elisenheim is ineens ook ons dakluik gaan lekken. De eerste klus die we hier gaan aanpakken. Gelukkig is dit een kwestie van even opnieuw afkitten. Het andere “lekkage-probleem” deed zich al wat langer voor. Na lang zoeken bleek onze douchebak te lekken. Dus de vloer verwijdert en onder de vloer een bak van polyester, bekleed met glasvezelmatten, gemaakt. Langs de westkust van Afrika konden we niet aan de juiste materialen komen en was een plaats om e.e.a. in alle rust aan te pakken, ook lastig te vinden. Hier is alles wel verkrijgbaar. Gelukkig waren het allemaal kleine ongemakken die nu verholpen zijn en kunnen we vanaf nu weer doorgaan met genieten….

Foto’s