Republiek Congo

28 september 2013 - Brazzaville, Congo-Brazzaville

21 september 2013 t/m 30 september 2013

Na de mooie asfaltweg in Gabon ligt een zandpad voor ons. Een stuk van bijna 30 kilometer zand brengt ons tot de eerste plaats in Congo. Deze plaats heet Mbie en vanaf hier begint het asfalt weer. In dit plaatsje worden ook de immigratie handelingen afgehandeld en ook hier weer “op zijn Afrikaans”… Na ruim een uur kunnen we door naar de volgende plaats, zo’n 40 kilometer verder. Aan dit stuk weg wordt, wederom door Chinezen, hard gewerkt aan een betere weg. Een groot deel van dit stuk rijden we dan ook over een zandpad terwijl vlak naast ons de nieuwe asfaltweg ligt. Helaas is deze nog afgesloten! In Lekety vinden we het douanekantoor. Met wat hulp van onze kant vullen ze het carnet in en we zijn officieel in Congo. In de buurt van de plaats Okanyi vinden we een plekje voor de nacht. Het is ons dan al wel duidelijk dat het vinden van een goede bushcampplek niet eenvoudig is. De volgende morgen zien we op de hor van het dakluik honderden wespen zitten. Brommend en zoemend zoeken ze een weg naar binnen. Gelukkig voor ons kunnen ze deze niet vinden en zijn ze na een half uurtje de interesse in ons weer verloren. Via Oboya rijden we naar Oyo en dan via Olombo door naar Gamboma. Het grootste stuk van deze weg is prima te rijden en een deel wordt twee keer zo breed gemaakt. Zo’n 30 kilometer voorbij Gamboma rijden we een zandpad in en na een kleine kilometer zien we een plek waar we Waggel parkeren. We staan nog maar net of de lucht betrekt en het begint te onweren. De temperatuur daalt in korte tijd van 35 naar 25 graden en het begint te regenen. Het regent die middag niet veel maar ’s nachts gaat het flink tekeer. We zijn wat ongerust of we nog wel weg kunnen komen. Als we om 6 uur opstaan, regent het nog altijd. Rond 08.30 uur is het droog en lijkt de grond stevig genoeg om te kunnen vertrekken. Het zandpad is vannacht flink uitgespoeld en er zijn drempels ontstaan van meer dan een halve meter. Maar gelukkig gaat het allemaal prima! Als we eenmaal op het asfalt zijn schijnt de zon weer. Het stuk naar Léfini Nationaal Park loopt door groene heuvels en langs vele kleine dorpjes, sommige met slechts drie lemen hutjes. Bij de dorpjes remmen we altijd flink af. Zeker sinds we in Nigeria bijna een kind van ongeveer 1 jaar onder de auto hadden. Het jongetje stak plotseling de weg over. Dit blijft nog wel even in je hoofd hangen. De lokale piloten denderen gewoon op volle snelheid door de dorpjes heen. De souvenirs van hun talent zijn bijna bij elke bocht te bewonderen. Overal liggen vreselijk toegetakelde autowrakken. Sommige smeulen nog na. In het zuiden van Léfini NP is een opvangcentrum voor gorilla’s. Hier hebben we ons erg op verheugd. In de plaats Mah gaan we van de asfaltweg af en volgen een piste die onder langs het Nationaal Park tot aan de ingang van het park loopt. Onderweg zien we yam-velden en passeren we een dorp. Het pad is zo smal dat we de spiegels maar ingeklapt hebben. Na zo’n 12 kilometer zijn we bij de ingang. Hier moeten we de entree betalen. Het is hier erg smal en later blijkt een voorbode voor wat nog komen gaat. Het blijkt nog ruim 9 kilometer tot aan het bezoekerskamp te zijn. Een verschrikkelijk zandpad; heel smal, langs een afgrond en met zeer steile hellingen. We hadden er weinig oog voor maar de uitzichten waren schitterend. Lac Blue, de naam zegt het al een blauw meer, lag een paar honderd meter lager en was omgeven door bossen. Eenmaal aangekomen in het bezoekerskamp reageren de aanwezigen wat verrast. Het blijkt dat ze niet gewend zijn aan spontaan bezoek. We hadden ons in Brazzaville eigenlijk aan moeten melden. Uiteindelijk krijgen we toestemming om de volgende dag de gorilla’s te gaan bekijken. De afgesproken tijd van 9 uur wordt natuurlijk nooit gehaald en het is na 10 uur als we worden meegenomen naar een houten vlonder in het bos. Met een rivier als natuurlijk barrière zien we twee vrouwen de vier jonge gorilla’s voeren. Het zijn mannetjes en ze variëren in de leeftijd van net 1 jaar tot 4 jaar. Ze spelen en ravotten met elkaar, klauteren in de bomen en drinken melk. Het is fantastisch om te zien en we kunnen er geen genoeg van krijgen! In het opvangcentrum komen niet alleen wees-gorilla’s maar ook gorilla’s die gered zijn uit de handen van stropers en/of dierenhandel. Ze worden hier naartoe gebracht en voorbereid op terugplaatsing in de natuur. De volwassen gorilla’s verblijven elders in het Nationaal Park en hebben daar hun eigen leefgemeenschappen opgebouwd.

Lefini NP 1Lefini NP

Na dit bezoek moeten we helaas hetzelfde verschrikkelijke zandpad weer terug. Op de weg naar Brazzaville was ook weer avontuur genoeg met de diverse politie-criminaliteit en de enorme drukte in de avondspits. In Brazzaville staan we op het terrein van Hippocamp. Een Frans/Vietnamees stel runt het hotel/restaurant waar we gratis kunnen staan zolang we maar af en toe iets in het restaurant nuttigen. Dat is hier gelukkig geen straf! Het is een Vietnamees restaurant met een prima keuken en in het weekend is er een uitgebreid Vietnamees buffet. Ook het centrum van Brazzaville is erg gemoedelijk. Er zijn terrasjes, redelijke restaurants en wat kleine supermarkten. Hippocamp is een bekende plek bij veel overlanders. Voor het eerst sinds Togo komen we hier een andere overlander tegen, een Landrover met 3 Hongaren. Helaas pas op de ochtend van vertrek waardoor we maar kort met elkaar gesproken hebben. Uiteindelijk, na 6 dagen, vertrekken we naar de grens met Democratische Republiek Congo. Via Kinkale rijden we naar het zuiden. Bij Boko houdt het asfalt op en begint de slechte piste. Na 35 kilometer zijn we bij het immigratiekantoor in Tombo Manianga waar we besluiten de nacht door te brengen.

Gereden route Republiek Congo, 21 september t/m 1 oktober 2013 (811 kilometer)

R.Congo_route

Foto’s