Tanzania

1 juni 2017 - Zanzibar, Tanzania

07-05-2017 t/m 23-06-2017

In het stukje niemandsland tussen de grensposten van Malawi en Tanzania overkomt ons wat vele andere voor ons ook is overkomen……Met het wisselen van Malawische Kwacha in Tanzaniaanse Schilling bleek, ondanks goed opletten, 30.000 Schilling (ongeveer 12 Euro) te missen. De wisselaars zijn natuurlijk verdwenen. Humeurig rijden we dan door naar de Tanzaniaanse grenspost. Ook hier gaat niet alles vanzelf. We moeten onder andere wegenbelasting betalen en niet te weinig ook. Ze willen $8 per 100 kilometer. Maar na veel overredingskracht en geduld krijgen we het voor elkaar om voor minder dan $25 de papieren in orde te krijgen. Dit heeft meer dan 3 uur geduurd. Geen fijn begin van ons tripje door dit land. Onze eerste nacht brengen we door op een nogal eenvoudige camping in het dorp Tukuyu. Die nacht regent het vrijwel constant en daar werden we niet blijer van. We staan op een grasveld dat langzaam in een modderpoel veranderd. Het pad terug naar de asfaltweg is smal en van klei. Uiteindelijk viel het mee en zijn we zonder gevaarlijke situaties op het asfalt gekomen. Vanuit Tukuyu gaan we richting Mbeya. Dit is een rit door het gebergte en het gaat in korte tijd naar 2276 meter en weer terug naar 1500 meter. Werken dus voor Waggel. Tot aan de t-splitsing voor Mbeya is de weg best goed maar dan kom je op de weg die van Mbeya naar Dar es Salaam loopt. Deze weg is vergeven van het vrachtverkeer, busjes, tuk-tuks en boda-boda’s (brommertaxi’s). De weg is smal en totaal versleten. De spoorvorming is zo diep dat het stoepranden heeft gevormd. Door deze spoorvorming kunnen de bussen en vrachtwagens geen kant op en rijden rakelings langs elkaar. In Mbeya proberen we op diverse plekken een slaapplaats te vinden maar we belanden uiteindelijk op een parkeerplaats bij een benzinestation. De stad is rommelig en ongecontroleerd gegroeid. Overal staan lukraak bouwsels. Een stad zoals duizenden in Afrika. We regelen een telefoonkaartje met internettegoed en kopen wat brood. De volgende dag rijden we richting het oosten. Een stukje voorbij het plaatsje Chimala willen we op een camping langs een riviertje gaan staan maar helaas is het toegangspad te dicht begroeid en besluiten we om op een open plek langs de weg te blijven staan. Na een onrustige nacht staat er ’s morgens vroeg iemand op onze deur te kloppen. Hij beweert de eigenaar van de camping te zijn en wil, ondanks dat we niet op de camping staan, toch geld zien. We weigeren te betalen en hij dreigt met de politie. Het beste wat we kunnen doen is dan maar vertrekken. Zonder ontbijt gaan we op weg naar Kisolanze dat “slechts” op 200 kilometer ligt. Maar de weg is een drama. Heel veel verkeer is er niet maar de Chinezen zijn aan de weg aan het werk. Elke paar honderd meter is er een strook asfalt verwijderd en stuiter je weer 20 centimeter naar beneden en dat over een stuk van zo’n 150 kilometer. Om gek van te worden!

weg

In Kisolanza worden we op de camping, door een Masai in vol ornaat, binnengelaten. We krijgen een mooi plekje bij een rieten afdak en dan is het even rust houden. Na een hersteldagje rijden we verder richting Ruaha. Onderweg hebben we de eerste, wat lastige, politiestop gehad. De agent begon te zeuren over onze verstralers. Gelukkig komen we er met wat praten mee weg. Op de volgende camping toch maar plastic zakken over de lampen geplakt om verder gezeur te voorkomen. Na de politiestop nog wat oponthoud gehad. Een vrachtauto met hout ligt op zijn kant, dwars over de weg. Hij wordt op het gemak met de hand leeg gehaald. Gelukkig er er net genoeg ruimte om door de berm erlangs te komen. In de buurt van Ruaha overnachten we in het Crocodile Camp. Het nette camp met huisjes en kampeer mogelijkheid ligt naast een rivier die ons scheidt van het Udzungwe NP. ’s Avonds eten we een prima diner in het restaurant van Crocodile Camp. Vanuit Ruaha volgt de weg de rivier door de bergen naar Mikumi. Een hele mooie route tussen de groene bergen door. De volgende dag gaan we vanuit de plaats Mikumi verder naar het oosten en we volgen de weg dwars door het Mikumi NP. We verwachten er niet veel van en hadden dan ook onze camera’s niet voorin liggen. Vlak voor we het park inrijden staat er een bord dat het verboden is om foto’s te maken. Natuurlijk niemand te zien die het controleert. We zien onverwacht veel wild. Kuddes gnoes en zebra’s, giraffen, bavianen, maraboes, impala’s en een flinke groep olifanten. De 50 kilometer door het park waren dus zeker de moeite waard. De dagen erop rijden we via Morogoro naar Chalinze. Hier verlaten we de T1 om via de T2 noordelijk te rijden. Via Tanga komen we, via een noodweg door een weggespoelde brug, aan in Peponi Beach. Na een aantal inspannende dagen achter het stuur is het daar goed op adem komen. Via het Peponi Beach resort regelen we een boot die ons voor een paar dagen naar Zanzibar brengt. Waggel zal die dagen op de camping blijven.

08. Zanzibar

Zanzibar

Vanuit Pangani zou een dhow ons naar het eiland brengen, maar het liep anders. Het werd een zogenaamde “fast” boot. Een klein, kunststof bootje met buitenboord motor. Naast wat vracht ging er ook nog één lokale mee. Het werd geen plezier tochtje. Er stonden flinke golven en het opspattende water kwam met bakken over ons heen. Het was maar goed dat we de meest kwetsbare spullen waterdicht ingepakt hadden. Nat tot op de laatste draad, zien we na ruim drie uur stuiteren, eindelijk Zanzibar liggen. Maar dan duurt het nog zeker een half uur voor we op het hagelwitte strand bij Nungwi (in het uiterste noorden van het eiland), aankomen. Zo nat als we zijn stappen we een stukje verderop in een taxibusje die ons naar Stone Town brengt. Het busje vertrekt natuurlijk niet eerder voordat hij kompleet vol zit. Onderweg naar Stone Town wordt talloze keren gestopt om passagiers in- en uit te laten stappen. Twee uur later zijn we in Stone Town. We hebben hier hotel Princess Salme Inn geboekt en traditiegetrouw lopen we de verkeerde kant op. Onderweg eerst maar eens wat eten en de telefoon opladen zodat we weten waar we heen moeten. Een klein uurtje later zijn  we op onze nette kamer in het hotel. We gieten het zeewater uit onze tas en hangen al onze kleding te drogen. Niks is droog gebleven. Voor de volgende ochtend hebben we een “spice-tour” afgesproken. Na een uitgebreid ontbijt op het dakterras melden we ons om 9 uur bij de receptie. Hier worden we opgehaald en naar een busje met nog 8 andere toeristen, begeleid. Paraplu’s worden ingeladen en we vertrekken naar een demonstratie plantage in het centrum van het eiland. De plantage lijkt meer op een open bos waar van alles groeit. Een glibberig pad loopt van citrusbomen naar kruidenstruiken. Al snel worden de paraplu’s opengeklapt. Het modderige pad wordt nog gladder door de regen maar de tour gaat gewoon door. We krijgen diverse citrusvruchten te zien en te proeven maar ook vele soorten kruiden zoals kaneel en vanille. Ook wordt een cacao-vrucht opgesneden om te proeven. Al met al een heel interessante tour. Aan het einde krijgen we nog een vegetarische curryschotel, met allerlei kruiden erin verwerkt, als maaltijd aangeboden. Erg lekker. In de stromende regen rijden we daarna terug naar ons hotel. Als we de volgende morgen opstaan, komt de regen nog altijd met bakken uit de hemel vallen. Balen dus. We ontbijten dus maar wat laat. Om 10.30 uur lijkt het weer wat op te knappen en besluiten we om het oude centrum van Stone Town te gaan bekijken. We bezoeken het paleis van de Sultan wat flink vervallen is. De achtergevel wordt zelfs met enorme balken gestut tegen instorten. Maar het is toch wel een bezoekje waard. Op het overdekte terras van het drijvende restaurant drinken we wat en wachten een regenbui af. Daarna wandelen we verder door het gezellige en levendige stadscentrum. We komen langs een huis waarvan gezegd wordt dat daar de Queen zanger Freddy Mercury in zijn jeugd heeft gewoond en langs een huis van een “beroemde” oosterse slavenhandelaar. We lunchen uitgebreid en op de weg terug bezoeken we het slavenmonument. Na drie nachten Stone Town vertrekken we weer richting Nungwi met een dala-dala (taxibusje). Op de bankjes met vier zitplaatsen, zitten minimaal 5 tot 6 personen. Ook staan er nog diverse mensen en de hulpjes hangen buiten aan de deur. Tsja het is niet duur en dan lever je wat comfort in! Eenmaal aangekomen in Nungwi gaan we op zoek naar het Cocoa guesthouse. Uiteindelijk hebben we deze gevonden maar de poort is gesloten en er lijkt geen leven te zijn. Rammelen aan de stalen poort geeft geen resultaat maar na een telefoontje gaat de poort wel open. We krijgen een, op het eerste gezicht, nette kamer. Een rustige nacht wordt het echter niet. De vele herrie uit de buurt en de zwetende polyester lakens, houden ons uit de slaap. Douchen was ons ook niet gegund. Er kwamen maar een paar druppels water uit de kraan! Na het ontbijt zijn we de tas gaan pakken en zijn we naar de afgesproken plek gelopen voor de boottocht terug naar Pangani. Op de afgesproken plek worden we opgevangen door een compagnon van de man die onze terugtocht organiseert. Al snel bleek dat de afspraak niet nagekomen wordt. We zouden om 11.00 uur worden opgehaald maar dit wordt verschoven naar 14.00 uur. Natuurlijk werd het ook geen 14.00 uur en na, wederom Afrikaanse beloftes en nog steeds geen boot in zicht, besluiten om terug te gaan naar Stone Town en daar met de normale ferry de volgende dag terug naar het vastenland te gaan. Dus nog een nachtje in Stone Town en dan de eerste ferry om 07.00 uur naar Dar es Salaam. Van hieruit met de bus in ruim 7 uur naar Tanga. Dan nog een taxi en uiteindelijk zijn we 20.30 uur weer bij Waggel. Wat een dag!

Bus Dar naar Tanga

Busstation

Na nog een paar regenachtige dagen op Peponi Beach vertrekken we richting Arusha. De regen van de afgelopen tijd heeft de grondweg naar Tanga geen goed gedaan. De weggespoelde brug is hersteld maar op sommige stukken zijn er plassen ontstaan die zo diep zijn dat het water over de motorkap van de personenauto’s stroomt. Naarmate we verder van de kust komen, wordt het weer wat beter. Het idee was om wat tijd in de Usambara mountains door te brengen maar dit idee laten we al snel varen. De bergen zijn in zwarte wolken gehuld en slechts de onderste honderd meter zijn zichtbaar. Ook horen we dat er “modderlawines”  zijn ontstaan en dat de weg enkele dagen afgesloten is geweest. We brengen noodgedwongen de nacht door op een totaal vervallen camping. De Zebra camping ligt mooi aan een riviertje maar daar blijft het dan ook bij. De volgende dagen rijden we via Moshi naar Arusha. We doen wat onderhoud aan Waggel en Monique is een weekje terug naar Nederland geweest. Ik geniet van de gastvrijheid van Manfred en Maria op hun bedrijf net buiten Arusha. Waggel is weer voorzien van verse olie en filters en ook is de koelwaterpomp gereviseerd. Alles is weer klaar voor vertrek als Monique uit Nederland terugkomt. We trekken dan weer verder naar het westen. Via Karate rijden we door Masai gebied naar de plaatsjes Haydom en Nzega.  Uiteindelijk komen we bij de Mwanza Yachtclub en genieten hier een paar daagjes van het uitzicht op het Victoria meer.

Mwanza

31. Mwanza

We nemen de ferry van Kigongo naar Bususi over een smal stuk in het zuidelijke deel van het Victoria meer. De ferry is modern en het is bijna on-Afrikaans goed geregeld. Een half uur later zijn we drie kilometer verder aan de overkant. Via Songerema rijden we naar Geita. Iets voorbij Katoro gaan we een gravelweg op die zuidelijk loopt naar Runzewe. Op dit stuk overnachten we bij een verlaten gravelgroeve. Een lekker rustig plekje. Na Runzewe is het een slechte asfaltweg tot aan de grens met Rwanda. De afgelopen dagen vonden we de omgeving veel van West Afrika weg hebben en nu komt er ook nog een hele slechte weg bij. Het plaatje is kompleet! 20 kilometer voor de grens stoppen we voor een laatste overnachting bij een benzinestation. We kunnen morgen dus op tijd de grens over naar Rwanda! 

Gereden route Tanzania, 2.662 kilometer

Tanzania_route

Foto’s