Zuid Afrika deel III, Botswana en Namibië

20 juli 2014 - Maun, Botswana

16 april 2014 t/m 23 juli 2014

Na 5 weken Nederland pakken we de draad weer op….Bij aankomst op het vliegveld van Johannesburg krijgen we gelukkig weer drie maanden visum voor Zuid Afrika. Hier hadden we op gehoopt en het geeft ons tijd om een visum voor langere tijd aan te vragen. In Zuid Afrika is nog zoveel te zien; dat redden we niet in drie maanden...Via Jan & Mariska komen we bij Ronald terecht. Een Nederlander die meer dan 30 jaar geleden naar Zuid Afrika is vertrokken en in de buurt van Pretoria woont. We kunnen Waggel in zijn tuin parkeren en hij en Adele helpen ons met de aanvraag van een 4 jaars visum. Omdat het er bij Home Affairs (Binnenlandse Zaken van Zuid Afrika) wat rommelig aan toe gaat en er verspreid over Pretoria diverse kantoren zijn, is het een nogal een opgaaf het juiste kantoor te vinden. Als we na enkele dagen bij het juiste adres aankomen blijkt de afdeling niet meer rechtstreeks de aanvragen af te handelen. Men heeft een organisatie met de naam VFS opdracht gegeven het voortraject van de aanvragen te behandelen. Laat dit nou precies ingegaan zijn op de dag dat wij er waren! Via een (nog niet goed functionerende) website moeten we een aanvraagformulier invullen en een afspraak maken. Ondertussen hebben we, onder andere al röntgenfoto’s moeten laten maken ter controle op tbc, een vliegticket naar Nederland moeten boeken, een doktersverklaring laten opstellen, geboorte- en huwelijksakte laten controleren en een bewijs van goed gedrag laten opstellen. Op de dag van de afspraak leveren we bovenstaande en nog veel meer in, en betalen de kosten (die overigens 4 keer zo duur zijn geworden door tussenkomst van VFS!). Nu is het afwachten. De uitslag zal binnen 3 tot 6 weken bekend zijn. Tijdens de uren/dagen die we niet aan de visumaanvraag hebben besteed doen we wat onderhoud en kleine reparaties aan de auto, zodat deze er klaar voor staat als we weer op pad gaan. Met Ronald en Adele maken we nog wat uitstapjes o.a. naar de Hartebeestpoortdam. Hier bezoeken we een Nederlandse molen. Geen werkende molen maar reclame voor de winkel met Nederlandse producten. Ook bezoeken we nog een Nederlandse kaasboerderij. Met een doos vol boodschappen, die in Nederland zo normaal zijn, komen we die avond terug. Gevulde koeken, rookworst, oude boerenkaas, ontbijtkoek en kroketten; Nederlandser kan toch niet!

IMG_1339-2IMG_1342-2

Na drie weken bij Ronald op zijn terrein gestaan te hebben, wordt het toch weer eens tijd om te vertrekken. In de tijd dat we moeten wachten op de visumaanvraag willen we een rondje Botswana rijden. We hopen dat de temperaturen daar wat aangenamer zijn. In Pretoria werd het ’s nachts een paar keer tot -5 graden. Maandag 16 juni gaan we weer onderweg. Via Bela-Bela en Thabazimbi rijden we naar Marakele NP. De 250 kilometer gingen grotendeels over onverharde wegen en het kost ons dan ook een groot deel van de dag. Als we op de camping van het NP aankomen wacht ons een verrassing. Een grote witte neushoorn staat midden op de camping te grazen en trekt zich van niets of niemand wat aan. Rond de camping staan geen hekken en we zien om ons heen zebra’s, impala’s, struisvogels en nog twee andere neushoorns. Ze staan gewoon tussen de tenten en campers! De volgende ochtend willen we vroeg op pad om het park te verkennen. Omdat het nog rond het vriespunt is stellen we dit maar uit tot 8 uur. Bij een wildoberservatiehut worden we opgewacht door een groep van 10 zebra’s die de weg blokkeren. Al snel verdwijnen ze in de bossen. Vanuit de hut hebben we zicht op een waterplas met riet. Hier scharrelt een nyala rond en later komt een jonge giraffe drinken. Om in het grootste gedeelte van het park te komen moeten we door een tunnel onder de weg door. Ondanks de bedenkingen bij de mensen van de receptie is deze ruim en hoog genoeg voor ons. In dit deel van het park nemen we een onverhard pad door de bergen. Het pad is erg slecht met grote gaten en diepe sleuven. We zien een groep van 10 olifanten maar verder niet veel. Terug in het kleinere gedeelte van park zien we wel weer alle soorten wild voorbij komen. Weer een geslaagd park dus!

IMG_1419-2IMG_1385-2

De volgende dag rijden we via de grenspost Stockpoort naar Botswana. Onze eerste overnachting doen we in de plaats Palapye. Een onaantrekkelijk stadje maar de camping Itumela maakt veel goed! Er zijn ruime plekken, een grote bar en er is zelfs wifi! ’s Avonds kijken we hier (samen met o.a. 4 Australiërs) de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Australië. De volgende dag gaan we verder richting het noorden. We willen graag over het zoutmeer rijden en proberen hier wat informatie over te vinden. De informatie is erg schaars en datgene wat je te horen krijgt is nogal twijfelachtig! In Lethakane spreken we een man en deze vertelt dat hij regelmatig de route zelf rijdt en vaak grotere voertuigen als die van ons ziet! We wagen het er maar op! Vlak voor de eerste zoutpan met de naam Tshitsane vinden we een mooi plekje voor de nacht. De dag erop rijden we door naar Kubu Island. Een verhoogd stuk land in het zoutmeer met hierop schitterende baobabs. Helaas is het hele eiland omgetoverd tot camping en moet er zelfs entree betaald worden! Als we door willen rijden blijkt dat de zoutmeren minder droog zijn dan gezegd. We kunnen niet verder omdat het grootste gedeelte van de pan nog onder water staat. We moeten terug en kunnen dan via een andere track alsnog de zoutpan over. Dit gedeelte ziet er stevig uit en zo voelt het ook. We komen echter in een modderig stuk terecht en hier moet Waggel veel moeite doen om zich erdoor heen te trekken. We zijn opgelucht dat we erdoor zijn en kijken nog even terug naar de diepe sporen die we achtergelaten hebben. Tussen de vlaktes over het zout komen we regelmatig op wat hoger gelegen gedeeltes. Hier staan lage, stekelige boompjes en groeit er wat dor gras. Op enkele van deze stukken staan huisjes en loopt er wat vee. Vlak voor we de grote Ntwetwe pan oversteken, overnachten we. In onze reisboeken staat dat de Ntwetwe pan tegenwoordig door de aanleg van een stuwmeer altijd droog is. De zoutlaag is spierwit en ziet er zo glad als een spiegel uit. Maar niks is wat het lijkt! Ook hier komen we weer op een stuk waar we diepe sporen achterlaten en Waggel moet weer flink aan de bak. Het was erg spannend maar gelukkig komen we hier ook zonder te scheppen aan de overkant! Nu is het nog even zoeken naar het juiste pad voor we weer asfalt onder de wielen hebben. Het stuk van Lethakane naar Gweta heeft ons, naast bezwete handen, ook weer de nodige krassen opgeleverd. De stukken door de beboste gedeeltes waren (achteraf) eigenlijk te smal voor dit soort voertuigen. Om even bij te komen houden we in Gweta een dagje rust. Maun is de volgende plaats die we aan willen doen. Dit is één van de toeristentrekkers van Botswana. Vanuit deze stad is de Okavango delta te bezoeken. We informeren bij diverse reisbureaus naar prijzen voor een vlucht over de delta. Maar de prijzen zijn ons wat te gortig. We besluiten het bij het vliegveld zelf eens te proberen en hier zijn de prijzen een stuk aangenamer. In plaats van prijzen tussen de € 100 en € 150 per persoon per vlucht, vragen ze hier € 60 voor een vlucht van drie kwartier. We besluiten onszelf eens te verwennen en boeken een vlucht voor ’s middags 16.00 uur. We gaan terug naar onze plaats bij het Sedia hotel maar hier wacht ons een minder fijne verrassing! Op veel plaatsen in Botswana en Namibië zijn hekken geplaatst. Deze hekken zijn verzonnen om besmettelijke dieren ziektes in te dammen. Vervoer van vlees, zuivel en fruit is niet toegestaan en het wordt dan ook in beslag genomen. Vaak moet je met de auto door een bak met ontsmettingsmiddel rijden of wordt de onderkant van de auto ingespoten. Zelf moet je met je schoenen op een matje met ontsmettingsmiddel gaan staan. Gisteren moesten we weer langs zo’n hek en dan verstoppen we altijd onze spullen. Tsja en dan moet je natuurlijk niet vergeten het weer terug te leggen in de vriezer! Resultaat: al het vlees ontdooit, verplicht braaien en een gedeelte al bedorven! Jammer, jammer…. ’s Middags parkeren we Waggel op de parkeerplaats van de luchthaven en melden ons. Er blijkt nog maar één andere passagier met ons mee te gaan. Een medewerker van de luchtvaartmaatschappij neemt ons mee naar het vliegveld. We lopen met onze officiële tickets door de veiligheidspoortjes en onze handbagage wordt door een scanner gehaald. Het is net echt! Dan lopen we richting een rij vliegtuigjes en we worden bij het kleinste toestel afgeleverd. Het toestel is niet veel groter dan een flinke rugzak en het kost moeite om ons “erin te wurmen”. Monique mag voorin naast de pilote zitten. Onze pilote stelt zich voor en neemt de “veiligheidsinstructies” met ons door.  Hierna vertrekken we. We hebben een prima vlucht. Gisteren was het nog enigszins bewolkt maar vandaag is er alleen maar zon. We vliegen over een stuk van de Okavango delta en zien grote plassen water, riviertjes en veel groen. Het is een afwisselend landschap. Van boven zien we ook groepen dieren zoals olifanten, impala’s, giraffen en zebra’s. Het zijn kleine stipjes en je moet er even aan wennen om ze vanaf 150 meter hoogte te zien, maar het is fantastisch en we genieten enorm. Na bijna een uur zijn we weer terug op het vliegveld.

08. Maun06. Maun

De volgende dag rijden we vanuit Maun via Sehithwa over een hobbelige asfaltweg naar het noorden. Van de rivier en zijn delta is niks meer te zien. Pas als we bij de campsite van Drotsky’s aankomen zien we de rivier weer. Drotsky’s ligt mooi in de bossen en aan de rivier. Een terras bij de receptie kijkt uit over de, met wuivend riet, begroeide delta. Een prima plek om een paar nachtjes te blijven!  Bij Mohembo gaan we de grens over en zo komen we in de Caprivistrook. De Caprivistrook wordt wel eens het “Limburg van Namibië” genoemd. Door dit strookje land heeft Namibië toegang tot de Okavango- en de Chobe rivier. Er loopt een kaarsrechte weg (B8) van Divundu naar Kongola en een groot deel hiervan gaat door het Bwabwata Nationaal Park. In de buurt van Divundu blijven we een paar nachten staan bij Ngepi Camp. Een camping die bekend staat om zijn bijzondere sanitair. De douches en toiletten zijn in de buitenlucht (deels afgeschermd door rieten matjes) en bijzonder gedecoreerd. Zo heb je er bijvoorbeeld de “toilet of Eden” en de “boskak”.  Ook hier op de camping is er televisie en we zien Nederland ontsnappen tegen Mexico tijdens de achtste finales in Brazilië. Na Divundu rijden we richting Kongola. Onderweg zien we twee groepen olifanten, wat impala’s, gnoes, bavianen en zwijntjes. In het Mashi NP vinden we een mooie camping bij de Namushasha lodge. De kampeerplekken zijn schaduwrijk en kijken uit over een moeras landschap. Op een paar honderd meter scharrelt er een olifant en ’s nachts maken de nijlpaarden ons wakker met hun geknor en gespetter. Geweldig! Via de nationale parken Mudumu en Mamili rijden we door naar Katima Mulilo. Op de kaart wordt deze route als gravel aangegeven maar het blijkt te beginnen met een nieuwe asfaltweg. Al gauw is het over met het asfalt en worden we via een noodweg omgeleid. Er wordt (ook hier door de Chinezen) een nieuwe weg aangelegd en deze is nog niet klaar. Het is een hobbel en een geschud tot vlak voor Katima Mulilo. Onderweg geen wild maar veel dorpjes met mooie rieten rondhutten. Het ziet er nieuw en goed onderhouden uit. Katima Mulilo is de grootste plaats in de Caprivistrook en gelukkig voor ons zijn hier wat supermarkten te vinden. Onze voorraden zijn flink minder worden en een keer vlees zou ook wel weer lekker zijn! We slaan flink wat in en na hier twee nachten doorgebracht te hebben rijden we de grens weer over naar Botswana. Dit doen we bij de plaats Ngoma. Direct na de grens rij je het Chobe NP binnen. Een transit route loopt door het park rechtstreeks naar Kasane. De 50 kilometer nieuw asfalt rijden we met een laag tempo en dat loont. We zien meteen al olifanten, zebra’s en sabelantilopen. Een goed begin! In Kasane willen we naar de Chobe Safari Lodge. Helaas blijkt deze volgeboekt. De afgelopen weken is de schoolvakantie in Zuid Afrika begonnen en dat is hier goed te merken! Overal zijn Zuid Afrikanen in groepjes met hun “bakkies” onderweg. We proberen het nog bij een viertal andere lodges en komen uiteindelijk terecht bij de Kwalape Lodge. Een nieuwe lodge met camping mogelijkheden. De plekken zijn erg krap voor onze auto maar een krasje meer of minder maakt nu ook niet meer uit! Hiervandaan bezoeken we Chobe NP. We willen graag zelf rijden in het park maar dit is gewoonweg onbetaalbaar. Alleen al voor auto’s boven 7,5 ton met buitenlands kenteken vragen ze € 150 entree per dag. We boeken dus maar een gamedrive en worden in een safari-auto het park doorgereden. De chauffeur is tevens gids en weet veel te vertellen. We hebben geluk omdat er 10 personen in de safari-auto kunnen en we zijn maar met z’n tweeën! Chobe NP staat bekend om zijn grote olifantenpopulatie. De gids verteld dat er momenteel ruim 95.000 olifanten zijn! En dat hebben we geweten; we staan pal tussen de honderden olifanten die van en naar de Chobe rivier lopen. Ze drinken, baden en rollen in de modder. Jonge mannetjes olifanten doen schijnaanvallen naar de safari-auto’s en moeders beschermen hun jonge. Het is geweldig! Je zou hierdoor bijna alle andere dieren vergeten die we gezien hebben. Als laatste brengt de gids ons naar een groep van 7 leeuwen.  Drie zijn er nog erg jong en drinken nog bij hun moeder. Fantastisch! De gids moet nu even flink gas geven om voor sluitingstijd het park uit te zijn.  De volgende dag maken we een boottocht over de Chobe rivier. Minder spectaculair maar ook erg mooi. We zien veel vogels en komen vlakbij een grazend nijlpaard . Ook komen we tot op enkele meters afstand van buffels en olifanten.

30. Chobe

Na drie dagen verlaten we Kasane en rijden naar Elephants Sands. Een camping zo’n 50 kilometer ten noorden van Nata. Vanaf de bar van deze camping kijk je over een grote waterplas waar iedere dag olifanten komen drinken.We checken hier de website van VFS en het lijkt erop dat de uitslag van het visum er is. Wat de uitslag is weten we niet want dit wordt alleen persoonlijk doorgegeven.Via de (nog steeds niet goed functionerende website) maken we een afspraak. Maandag 21 juli worden we verwacht in Pretoria. We rijden dan via Nata en Francistown naar de grens met Botswana. Wij rijden door de schitterende Tuli Game Reserve naar de grensplaats Pontdrift. Hier aangekomen blijkt de rivier Limpopo sinds december voor veel overstromingen gezorgd te hebben en is het door het vele water onmogelijk de grens over te steken met een auto. Personen en goederen kunnen, via een kabelbaan, de rivier over. We moeten het hele stuk weer terug en gaan nu de grens over bij Platjan. Bij deze grenspost krijgen we heel onverwachts weer drie maanden visum voor Zuid Afrika. We kunnen dus toch weer even vooruit, ongeacht wat de uitslag in Pretoria ook zal zijn! We brengen nog een paar dagen door in het Mapungubwe NP voordat we naar het zuiden afzakken. De volgende dag gaat het richting Pretoria waar we Waggel weer in de tuin bij Ronald parkeren. Het is een gezellig weerzien en we kletsen honderduit. Op 21 juli gaan we met Adele richting VFS voor de uitslag van het visum. En jawel (eigenlijk tegen verwachting in) is het ons gelukt…..we hebben het 4 jaars “pensioners” visum!!! We zijn er erg blij mee want is het nu een stuk makkelijker om in- en uit het land te reizen en we kunnen gaan en staan waar we willen! Kaapstad here we come….

Gereden route Zuid Afrika deel I, II, III, Botswana en Caprivistrook Namibië, 23 januari t/m 17 juli 2014 (9.729 kilometer)

Zuidelijk Afrika_route

Foto’s