Senegal deel I

1 maart 2013 - Dakar, Senegal

8 februari 2013 t/m 12 maart 2013

De laatste 25 kilometer naar de grens met Senegal is een dijkweggetje. Bij de plaats Diama is een kleine grensovergang. De grensformaliteiten aan de Mauretaanse kant zijn dan ook snel afgehandeld. Ook het stuk aan de kant met Senegal verloopt vlot. We wisten we dat we moesten betalen voor de tolbrug maar het maakt veel uit door te zeggen dat je deelneemt aan de rally. Er rijden hier veel rally-auto’s en deze hebben blijkbaar prijsafspraken gemaakt! De politieagenten vragen natuurlijk ook geld voor een stempel. Dit pikken we natuurlijk niet en praten net zo lang tot er van de gevraagde 10 Euro nog 0,50 Eurocent overblijft (het overgebleven Mauretaanse geld). De douane wil de auto nog even inspecteren en dan alleen nog het carnet laten afstempelen. Hier moeten we even op wachten omdat de heren gaan lunchen. Blijkbaar hadden ze een flinke eetlust want voor het kantoor weer opengaat zijn we 2,5 uur verder! T.I.A. zeggen we dan (This Is Africa)! Als alle formaliteiten achter de rug zijn, inclusief het kopen van een autoverzekering, rijden we vlotjes via de stad St Louis naar het Nationaal Park Barbarie. In St Louis willen we nog wat inkopen doen en geld pinnen, maar helaas is alles nog gesloten. Wel is duidelijk dat Arabisch Afrika achter ons ligt. Hier in Senegal zien we donkere mensen uitbundig gekleed met felle kleuren en hoofddeksels. Een sluier of bourka zie je hier (nog) niet. Toch is ook dit een islamitisch land. In het Nationaal Park blijven we enkele dagen op de camping Zebrabar. Het is een heerlijke plek om even bij te komen. Aan de een kant grenzend aan het water en aan de andere kant het Nationaal Park. Het is druk op de camping want er is een rally neergestreken voor enkele nachten maar gelukkig hebben Ton en Chantel een plekje voor ons vrijgehouden. Zij zijn onderweg naar Mauretanië en hebben veel informatie over de route naar het zuiden. Lekker een paar daagjes bijpraten en genieten van de BBQ op de camping.

01. Zebrabar02. NP Barbarie

Na 5 nachten Zebrabar vertrekken we richting het noordelijk gelegen Nationaal Park Djoudj. Een waterrijk gebied met veel broedende trekvogels en vooral erg populair bij pelikanen. Aan het begin van het park is het kantoor. Hier betalen we entree en kopen een kaartje voor een boottocht door het park. ´s Middags 14.30 uur vertrekken we met het bootje. Er zijn ontelbare pelikanen, een grote verscheidenheid aan reigers, visarenden en andere roofvogels, eenden, wilde zwijnen, krokodillen, varanen en grote runderen. Fantatisch om te zien! Na het boottochtje zoeken we een plekje in het park voor de nacht. Lekker rustig maar wel wat warm. De volgende morgen rijden we nog naar een plaats met flamingo´s.

03. NP Djoudj04. NP Djoudj

De volgende plek is Lac Rose, zo´n 320 kilometer verderop. De weg is prima maar echt opschieten doet het niet. Talloze dorpjes waar niet harder dan 30 kilometer gereden mag worden en dan nog de talloze politiecontroles. Het laatste stuk is piste en een deel is afgesloten. De slechte aanwijzigingen, het mulle zand en de grote gaten in het pad maken het nog vermoeiender allemaal. Aan het eind van de middag zijn we eindelijk bij Chez Salim in Lac Rose. Het is een hotel waar we tegen betaling op het parkeerterrein kunnen staan. Hier kunnen we eindelijk weer even beschikken over internet. Dus mailtjes beantwoorden en onze nieuwe verhalen plaatsen. Zondags bezoeken we, onderweg naar Dakar, een klooster dat in de reisboeken staat aangeprezen om zijn zondagsdienst. Er zou een muziekmix te horen zijn van Gregoriaanse en Afrikaanse kerkmuziek. Helaas was het een onverstaanbare Franse mis met weinig speciaal gezang. Een ommetje via het klooster in Keur Moussa is wat ons betreft dan ook geen aanrader! Na het klooster gaan we direkt naar Dakar. Gelukkig is het niet ver meer. We manouvreren ons door de hectiek van deze grote stad en parkeren op het terrein aan de haven. De volgende dag gaan we op visumjacht. Een taxi brengt ons naar de ambassade van Guinea. Na even te hebben gewacht worden we opgehaald door een vriendelijke dame. Deze dame helpt ons met het invullen van de papieren en ´s middags om 14.00 uur kunnen we de paspoorten weer ophalen. Dat gaat vlot. Ondertussen vinden we de ambassade van Ivoorkust en deze is ´s middags vanaf 14.00 uur weer open. `s Middags halen we dus de paspoorten op en lopen direkt door naar de ambassade van Ivoorkust. Ook hier loopt alles vlotjes en de volgende ochtend zullen onze paspoorten weer klaarliggen. Nu alleen nog het visum voor Ghana. We nemen een taxi maar vinden de ambassade niet. Dan maar inkopen doen voor de komende tijd. Er is hier een vrij grote supermarkt genaamd Casino waar we op dat moment vlakbij zijn. Dus worden de voorraden weer aangevuld. Ondertussen begint Sjors zich steeds slechter te voelen. Zelfs in de brandende zon heeft hij het koud. Eenmaal terug in de auto blijkt dat hij 40 graden koorts heeft. We laten een malariatest doen maar de uitslag is negatief. Totaal geen eetlust en drinken wil hij ook al niet. De volgende dag laten we een dokter komen. Het blijkt een bacteriële infectie in de maag en darmen te zijn. Antibiotica moet uitkomst bieden. Ondertussen is Sjors al bijna 10 kilo afgevallen dus blijkbaar heeft e.e.a. al wat langer gespeeld. De antibiotica doet zijn werk en met een paar dagen gaat het al wat beter. Nog weinig energie maar dit komt vanzelf weer. Ondertussen gaat Monique met Ernst en Christine op jacht naar de visums en Ghana wordt ook geregeld. Geen slechte score, 3 visums in 4 dagen! We willen nog even wat op krachten komen in Mbour voor we verder naar het zuiden afzakken. Na een paar dagen vinden we het genoeg en willen via Joal Fadiout naar Palmarin rijden. Bij het plaatsje Samba Dia nemen we een verkeerde afslag en komen in Ndangane terecht. Onze elektronische kaart stuurt ons dan via een onverhard pad over een vlakte richting Sambia Dia waar we de weg naar Palmarin weer kunnen oppikken. Helaas voor ons is de vlakte een drooggevallen zoutmeer en de bovenste korst kan het gewicht van de auto niet dragen. Resultaat; we zakken aan één kant tot op de assen weg in de zachte blubber….. Drie dagen scheppen, proberen de auto te liften en zoeken naar een machine die ons eruit kan trekken. We huren diverse werkers in met ieder zo hun eigen ideeën. Een aantal werken erg hard maar de meeste vinden het prettiger om in de schaduw te zitten/liggen en toe te kijken. Na diverse pogingen wordt de auto vrijgeschept door een groep van 15 werkers uit een nabijgelegen dorp. We kunnen er dan met behulp van planken, zandplaten, stenen en keien en de kracht van Ernst zijn MAN, weer uitrijden. Drie erg intensieve dagen en nachten. Want ook van slapen komt weinig als je zo scheef staat! We waren erg opgelucht dat we er weer uit waren en weer op de “normale” weg staan. Het gat was zo diep dat de banden aan de linkerkant helemaal onder de zoutkorst gezonken waren. De banden zijn 1 meter 20 hoog! We hebben veel hulp en steun gehad van Ernst en Christine en van de diverse Franse bewoners van Ndangane. Mede door hen zijn we er redelijk ongeschonden weer uit gekomen. Iedereen nogmaals heel erg bedankt voor alles! Wel hebben we geleerd niet meer blindelings op de elektronische OSM kaarten te vertrouwen. Hierop staan weliswaar veel tracks maar deze blijken niet allemaal geschikt voor vrachtwagens.

05. Oeps..06. Oeps....

Dan rijden we door naar Palmarin. Hier doen we wat kleine reparaties aan de auto’s en komen wat bij van de stress van de afgelopen dagen. De temperaturen lopen wat op, we hebben op één dag al 48 graden in de schaduw gemeten. In twee dagen rijden we dan via Fatick en Kaolack richting de grensplaats Farafenni met The Gambia. Na een paar dagen in The Gambia komen we weer terug in Senegal…

Foto’s