Zimbabwe

1 oktober 2015 - Masvingo, Zimbabwe

15 september 2015 t/m 10 oktober 2015

De grens van Zambia en Zimbabwe loopt door de Kariba stuwdam die momenteel gerenoveerd wordt. Blijkbaar wordt er ook een nieuwe grenspost gebouwd want de papierhandel wordt aan een rij vouwtafels in legertenten, afgehandeld. De afhandeling verloopt soepel maar kost veel tijd in de smoorhete tent. Als we voorbij het tentenkamp rijden worden we gestopt. We moeten nog roadtax betalen. Monique zegt dat we slechts naar Warthogs campsite gaan (een paar kilometer verderop) en we krijgen het voor elkaar om slechts een coupon van US20 te kopen. Normaal gesproken betalen de lokalen dit en geldt er voor buitenlandse kenteken een tarief dat wel 10 keer zoveel is. De eenvoudige camping ligt direct aan het Kariba-meer en heeft een restaurant/bar met een gezellig terras. Regelmatig komen er olifanten op de camping wat duidelijk te zien is aan de gesloopte bomen en aan de uitwerpselen die overal liggen. Na een dagje van kleine klusjes in- en rond Waggel gaan we onderweg naar de plaats Victoria Falls dat een stuk westelijker van het meer ligt. Om niet helemaal via Harare te hoeven rijden, volgen we een gravelweg die wat zuidelijk van het meer loopt. De status van dit deel van de weg is nogal onduidelijk. We besluiten bij het park- en wildlifemanagement kantoor te informeren of we deze weg kunnen en mogen rijden. We kwamen er toch langs. De vraag wordt blijkbaar niet vaak gesteld want de dames achter de balie wisten er duidelijk geen raad mee. Maar uiteindelijk krijgen we toestemming en kunnen we onderweg. Eerst volgt de route een traject met hoogspanningskabels maar even later rijden we door een heuvelachtig landschap over een tweesporig pad. Naïef als we zijn hadden we gedacht hier alleen rond te rijden, maar het is duidelijk dat ook het lokale verkeer gebruik maakt van de “weg”. Na een paar uur rijden kunnen we niet meer verder. Militairen hebben het pad geblokkeerd. We maken een praatje met ze en al snel blijkt dat men bezig is met een oefening. De blanke leidinggevende officier met de naam Bezuidenhout was bezig met de radioverbinding. We praten wat en hij had het erover dat zijn voorouders al in de 18e eeuw naar Zuid Afrika waren gekomen. Wat later pakken ze de boel weer in en kunnen wij verder. Het is een mooie route door een bosachtig gebied. Het tweesporige pad is deels slecht en de steile oevers van de diverse droge rivierbeddingen zijn gedeeltelijk weggespoeld door de regen. Een paar kilometer voor het dorp Gache Gache rijden we een smal bospad in dat na een paar honderd meter op een open plek uitkomt. Het is dan nog vroeg in de middag maar het is genoeg voor vandaag. De volgende dag rijden we richting de doorgaande gravelweg. Vanaf Binga is de weg aangeschoven tot drie keer de breedte en is mooi vlak. Hier komen we ook weer de nodige dorpjes tegen met de karakteristieke rondhutten met grasdaken. Allemaal netjes geschilderd en vaak met nette motieven erop. Op dit stuk weg komen we ook de eerste tse-tse vliegen controle tegen. Bij de eerste controle komen we er met een kort praatje vanaf maar een stukje verderop staat weer een mannetje met een netje en deze bleek de nodige verhalen te hebben om zo te proberen aan geld te komen. We stellen hem teleur en gaan door. Ondertussen is de kwaliteit van de weg erg verslechterd en is bezaaid met gaten en veel wasborden. We klauteren een bergpas over die nogal steil was. Echt lekker opschieten lukt vandaag niet. Het is de laatste dagen best warm geweest en dat vond ons navigatiesysteem ook. We gebruiken hiervoor een netbook maar deze heeft het door de warmte diverse keren opgegeven.  ’s Avonds, op weer een mooi bushcampplekje in de buurt van de plaats Horehore, halen we ‘m uit elkaar en maken ‘m schoon. De ventilator was door al het zand, flink stoffig geworden en hopelijk hebben we het probleem hiermee verholpen. Via de plaatsjes Siamubobo en Jambezi komen we uiteindelijk na 5 dagen in de plaats Victoria Falls aan. We hebben ons nieuwe Carnet de Passage naar het DHL kantoor in deze plaats laten sturen en nog voor we een overnachtingsplek geregeld hebben, halen we deze op. Gelukkig lag het al op ons te wachten. Bij Shoestring Backpackers kunnen we op een klein terrein onze auto kwijt. We staan wat achteraf en we besluiten de geplande oliewissel hier te doen. De motor was toch al warm en we staan redelijk uit het zicht van iedereen. Het terrein waar wij staan heeft duidelijk betere tijden gekend. Evenals de sanitaire voorzieningen. Het bar/restaurant gedeelte ziet er een stuk beter uit en is geschilderd in rastakleuren en vrolijke motieven. We blijven drie dagen in Victoria Falls waar we lekker wat fietsen, inkopen doen en natuurlijk de Victoria watervallen bekijken. De watervallen hebben we ’s morgens vroeg  bezocht. Een half uur na opening hebben we onze fietsen bij de poort aan het hek vastgezet en zijn we het park ingegaan. Het was toen nog lekker rustig. Het loopt richting het einde van het droge seizoen en dat betekend dat een groot deel van de watervallen droog staat. Maar daardoor is er veel minder nevel en wordt jezelf als je camera niet drijfnat. Ondanks de lage waterstand zijn de watervallen nog altijd indrukwekkend. Van de ruim 1 kilometer brede watervallen aan het einde van het regenseizoen is er nu nog een kwart over. Dus nog altijd zo’n 300 meter brede waterstroom. Best imposant!

Victoria FallsVictoria Falls 1

Na Victoria Falls zijn we richting Hwange NP gereden. Niet dat we hier het nationaal park in willen, maar om een bezoek te brengen aan een opvangcentrum voor de Afrikaanse wilde hond. Het Hwange NP is te duur voor ons om er met onze auto in te gaan. Toch zien we buiten het park nog een flinke groep olifanten en wat ander wild rondscharrelen. Bij het Painted Dog (zoals de Afrikaanse wilde hond hier wordt genoemd) Conservation Centre aangekomen blijkt het bezoekerscentrum gesloten te zijn. Eén keer per maand wordt er in het centrum gespoten tegen termieten en dat blijkt precies vandaag te zijn. Wel kunnen we een kijkje nemen bij twee honden die de “vaste bewoners” zijn. Door lichamelijke gebreken kunnen ze niet meer teruggezet worden in het wild. We maken een praatje met een medewerker. Hij geeft veel uitleg over wat ze doen en we mogen een kijkje nemen in het laboratorium. Het is een fraai opvangcentrum en hier wordt echt goed werk gedaan om de painted dogs voor uitsterven te behoeden! Na het achterlaten van een donatie zijn we verder gegaan. 

Painted dog

Ons volgende reisdoel zijn de Matobo Hills. We rijden nu voornamelijk asfaltwegen en we schieten dus wat beter op. Wel krijgen we nu meer te maken met politiecontroles maar vrijwel iedere keer worden we doorgewuifd of kunnen we na een kort praatje weer verder. Hier komen we ook de eerste tolpoorten tegen. Het laten zien van onze roadtaxcoupon (die eigenlijk niet geldig is) is voldoende om ons door te laten. Een stuk ten zuiden van de plaats Bulawayo ligt het Matobo NP. Dit park is vooral bekend vanwege de mooie rotsformaties en vanwege het graf van Cecil Rhodes. Ook dit park bekijken we echter vanaf de buitenkant. Dit ook weer vanwege de enorm hoge entreekosten. De omgeving van het park is erg mooi. De fraaie rotsformaties met hun kleurschakeringen en de fris groene begroeiing, zijn het bekijken waard. We rijden vanaf hier via gravelwegen verder naar het oosten van Zimbabwe. In de buurt van de plaats Masvingo liggen de ruïnes van Great Zimbabwe. En om eens een keer wat anders te doen, willen we deze graag bezoeken. Maar eerst moeten er boodschappen gedaan worden bij de supermarkt. Alles is hier verschrikkelijk duur en door de gebrekkige stroomvoorziening moet je vooral goed uitkijken met het kopen van zuivelproducten. Aangekomen bij de ruïnes besluiten we om een nachtje op de daar aanwezige camping te gaan staan. De prijs is redelijk maar verwacht dan ook niet te veel van de sanitaire voorzieningen. Het voordeel van deze camping is dat je ’s morgens al een uur eerder de ruïnes kunt bezoeken. Als we de volgende morgen de ruïnes gaan bekijken, staat er niemand bij de ingang. We lopen dus maar door naar het heuvelcomplex. Tijdens de klim worden we begeleid door honderden kleine vliegjes die in en om je oren zwermen. Om gek van te worden! Het heuvelcomplex lijkt een soort fort, gemaakt van los op elkaar gestapelde, platte stenen. Kronkelige gangen lopen naar wat eens ruimtes zijn geweest met uitzicht over de omgeving. We kijken hier wat rond maar door de vliegjes kunnen we er niet echt van genieten. We lopen via een ander pad terug naar beneden om daar via het dalcomplex naar het complex the “Great Enclosure” te gaan. Dit is een groot cirkelvormig bouwwerk. Een vrijwel geheel in tact rondlopende hoge muur met daarbinnen nog wat muren en een kegelvormig bouwsel. We hebben een paar uur tussen de ruïnes doorgelopen en via een pad komen we weer op de camping terecht. Ook toen we het terrein afreden zagen we niemand van het personeel. De touringcar met lokale schoolkinderen hielden ze blijkbaar lekker bezig. Voor ons een goedkoop uitje dus.

Norma JeanGreat Zimbabwe

We rijden wat verder en we overnachten bij Norma Jean’s Lakeview Resort. Voor ons één van de weinige betaalbare en goede campings. Hier kunnen we mooi even de was wegwerken. Norma Jean’s heeft een mooie en goed onderhouden tuin vol bloemen, struiken en bomen. Ook de gebrouwen en het sanitair zijn in een perfecte staat van onderhoud. Het terrein kijkt uit over het Mutirikwe meer. Deze plaats is echt een aanrader! De volgende dag rijden we langs het meer richting het bergachtige gebied tussen Cashel en Chimanimani. Maar voor we daar zijn moeten we nog even over de Birchenough Bridge. Vlak voor de brug is een weegbrug waar al het verkeer boven de 3,5 ton overheen moet en natuurlijk was dit een mooi punt voor een tolpoort. We laten onze coupon zien en de man geeft aan dat deze niet geldig is en dat deze alleen voor lokale geschikt is. Na een uur discussiëren beloven we hem een nieuwe coupon (die meer dan US140 kost) te gaan kopen in de grensplaats Mutare. Hij gaat ermee akkoord en we gaan er snel vandoor en rijden over de fraaie boogbrug over de Save rivier, richting Cashel. Omdat we voorlopig niet meer over asfaltwegen zullen rijden, nemen we de gok om niet naar Mutare te gaan. Hopelijk geen politiecontrole of tolpoortjes meer!  Net voorbij de plaats Cashel parkeren we in een gravelgroeve, wat achteraf niet de meest ideale plek bleek te zijn. Al snel zijn we omgeven door tientallen bedelende schoolkinderen. We blijven staan en uiteindelijk verdwijnen de kinderen. Helaas staan ze ’s morgens om 06.30 uur alweer op onze deur te kloppen! Als na een half uur de schoolmeester verschijnt, neemt hij de kinderen mee en is de rust weergekeerd. We rijden naar het zuiden en dit bergachtige gebied wordt voornamelijk gebruikt voor bosbouw. Lekker groen maar de bomen staan wel erg dicht op elkaar. Die nacht overnachten we op een plek waar de bomen al gerooid zijn. De bomen die niet afgevoerd zijn worden ’s avonds in het donker op kleine vrachtwagens geladen. Dit zal waarschijnlijk niet met de goedkeuring van de eigenaar gebeurd zijn! We worden gelukkig met rust gelaten. Verder naar het zuiden moeten we weer over een brug over de Save rivier. Hier wonen weinig mensen en er is vrijwel geen verkeer. Aan de overkant van de brug staat helaas weer politie. We worden gestopt en er wordt ons gelukkig niet naar de coupon gevraagd. Wel vragen de agenten of we een loterijticket willen kopen. We hebben de mannen teleurgesteld en zijn snel verder gereden. Die nacht overnachten we bij de slagboom van het Gonarezhou NP. Een gravelweg langs de zuidgrens van Zimbabwe loopt een klein stuk door het park en dit leek ons wel wat. Die nacht hebben we dus bewaking van de parkrangers die de poort dag- en nacht bewaken. Een paar kilometer verderop is een brug in het jaar 2000 weggespoeld en nooit meer herbouwd. We wisten dit en ook dat er een noodpad door de rivier is aangelegd door de rangers. Of het ook geschikt is voor vrachtwagens wisten we niet, maar we gaan een poging doen. De waterstand in de rivier is laag en we hoeven slechts 50 meter door het water te rijden. Het was niet diep maar de rotsige ondergrond was door algen wat glibberig geworden. Voor ons vluchten wat kleine krokodillen en naast ons staan enkele tientallen olifanten. Na dit spannende stuk verlaten we het park weer via een poort en dan wordt het spoorzoeken. De kaarten die we hebben, spreken elkaar tegen en op de gok maken we de juiste beslissing. De gravelwegen hier zijn niet best en het is vermoeiend rijden. Er zijn ook veel meer dorpjes dan we verwacht hadden en dat maakt het vinden van een overnachtingsplek niet eenvoudig. Vlak voor de plaats Malipati is het genoeg geweest voor vandaag. We moeten dan nog 200 km voor we de asfaltweg naar de grens bereiken. De volgende dag vlot het een stuk beter. Toch was er weer een verassing. Er blijkt nog een brug te zijn weggespoeld. Dit was op geen kaart vermeld maar ook nu konden we door de rivierbedding rijden over een pad van versleten maïszakken. De oevers waren erg steil en de boomtakken wat laag. De rivier was hier ongeveer 200 meter breed en in het natte seizoen was het duidelijk een kwestie van omdraaien geweest. Op zo’n 20 kilometer voor de asfaltweg overnachten we voor de laatste keer in Zimbabwe. Beitbridge is de plaats voor de grens met Zuid Afrika. Het is ook de enige grensovergang tussen Zimbabwe en Zuid Afrika. De stad is modern maar erg rommelig. Veel stoplichten en de bewegwijzering is erg onduidelijk. Het is vreselijk druk bij de grenspost. Overal staan auto’s, bussen en vrachtwagens. Ook staan er lange rijen bij de immigratie en geduld is hier absoluut noodzakelijk. Uiteindelijk hebben we alle stempels en kunnen we Zimbabwe verlaten. Gelukkig werd er niet meer naar onze roadtax coupon gevraagd! We zijn weer Zuid Afrika!


Gereden route Zimbabwe, 15 september t/m 10 oktober 2015 (2.293 kilometer)

Zimbabwe_route

Foto’s